Uitspraak
0RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 december 2022 uitspraak gedaan in een bodemzaak betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die de Iraakse nationaliteit heeft. Eiser is op 7 november 2022 in Nederland aangehouden en heeft geen rechtmatig verblijf. Verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft eiser een bevel tot terugkeer naar Duitsland opgelegd. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij ook schadevergoeding heeft gevraagd. De rechtbank heeft het beroep op 28 november 2022 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank overweegt dat, hoewel eiser kampt met serieuze psychische klachten, hij onder behandeling staat van een psychiater en toegang heeft tot medische zorg in het detentiecentrum. De rechtbank oordeelt dat verweerder niet had hoeven volstaan met een lichter middel dan de maatregel van bewaring, aangezien eiser ondanks het bevel terug te keren naar Duitsland, opnieuw in Nederland is aangetroffen en strafrechtelijk is aangehouden. De rechtbank wijst erop dat eiser op 25 november 2022 melding heeft gemaakt van suïcidaliteit, maar dat er geen medische verklaring is dat hij detentieongeschikt is. De rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring niet onevenredig bezwarend is voor eiser en verklaart het beroep ongegrond, evenals het verzoek om schadevergoeding.
De uitspraak is gedaan door mr. J.L. Roubos, rechter, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.