ECLI:NL:RBDHA:2022:14049

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 december 2022
Publicatiedatum
23 december 2022
Zaaknummer
NL22.24536
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Marokkaanse eiser met homoseksuele en transgender identiteit

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 december 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Marokkaanse man, heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, waarbij hij stelt homoseksueel en transgender te zijn. De aanvraag is door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij behoort tot de lhbti-groep, waarvoor Marokko niet als veilig land van herkomst kan worden beschouwd.

De rechtbank heeft overwogen dat eiser eerder een asielaanvraag heeft ingediend, die buiten behandeling is gesteld. Tijdens deze eerdere aanvraag is eiser medisch onderzocht, maar de rechtbank oordeelt dat er geen aanleiding was voor een nieuw medisch onderzoek in het kader van de opvolgende aanvraag. Eiser heeft geen medische stukken overgelegd die zijn stelling onderbouwen dat hij niet in staat was om zijn asielrelaas naar voren te brengen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaringen van eiser inconsistent zijn en dat hij niet voldoende heeft aangetoond dat hij daadwerkelijk homoseksueel of transgender is.

De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris bevestigd en het beroep van eiser ongegrond verklaard. Er zijn geen gronden voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.24536

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. F.J.M. Schonkeren),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. V. Ilić).

ProcesverloopBij besluit van 30 november 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de opvolgende aanvraag van eiser van 17 oktober 2022 tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 16 december 2022 op zitting behandeld. Eiser is, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedatum] en de Marokkaanse nationaliteit te hebben.
2. Eiser heeft als reden voor zijn asielaanvraag gegeven dat hij homoseksueel is. Hij heeft ook verklaard dat hij wil veranderen en transgender wil worden. Eiser vreest dat de geslachtsverandering in Marokko niet zal worden geaccepteerd.
3. Verweerder heeft de aanvraag van eiser bij het bestreden besluit afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vw [1] in combinatie met artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw. Verweerder heeft uit de door eiser afgelegde verklaringen geconcludeerd dat eiser niet homoseksueel is en dat het verder onduidelijk blijft voor welke problemen eiser vreest bij terugkeer naar Marokko. Eiser heeft volgens verweerder niet aannemelijk gemaakt dat Marokko voor hem niet veilig is.
4. Bij een herbeoordeling in 2021 [2] is de aanwijzing van Marokko als veilig land van herkomst ongewijzigd gehandhaafd. Er geldt een uitzondering voor (online) journalisten en (mensenrechten)activisten, die kritiek uitoefenen op de islam, het koningshuis en/of de Marokkaanse regering. Daarnaast geldt een uitzondering voor lhbti’s en geldt verhoogde aandacht als het gaat om personen die te maken krijgen met strafrechtelijke vervolging.
5. Eiser bestrijdt niet dat Marokko in zijn algemeenheid als veilig land van herkomst kan worden beschouwd. Eiser betwist dat Marokko voor hem als veilig land kan worden gezien, aangezien de aanwijzing als veilig land niet geldt voor lhbti-personen. Eiser stelt vraagtekens bij de zorgvuldigheid waarmee het bestreden besluit tot stand is gekomen. Eiser stelt zich op het standpunt dat verweerder zijn aanvraag niet zonder (nader) medisch onderzoek heeft mogen afwijzen als kennelijk ongegrond. Hij heeft in dat verband aangevoerd dat uit het rapport gehoor veilig land herkomst van 25 november 2022 genoegzaam blijkt dat hij niet in staat was om zijn asielrelaas naar voren te brengen. Verweerder had hierover elke twijfel weg moeten nemen door eiser een (nieuw) medisch onderzoek aan te bieden.
De rechtbank oordeelt als volgt.
6. De rechtbank acht in de eerste plaats van belang dat eiser eerder een asielaanvraag heeft ingediend, namelijk op 16 september 2021. Die aanvraag is buiten behandeling gesteld. In het kader van die aanvraag is eiser medisch onderzocht door MediFirst. MediFirst heeft verweerder op 29 november 2021 geadviseerd om eiser wel te horen. Gerapporteerd is dat tijdens het onderzoek is geobserveerd dat eiser door het gebruik van niet geoorloofde middelen soms een vertraagd vermogen had om de vraagstelling te begrijpen, maar dat de invloed daarvan geen consequenties lijkt te hebben voor het horen.
7. De rechtbank ziet zich nu voor de vraag gesteld of verweerder eiser naar aanleiding van zijn asielaanvraag 17 oktober 2022 naar MediFirst had moeten verwijzen voor een nieuw medisch advies. De rechtbank beantwoordt die vraag ontkennend. Verweerder heeft ter zitting gewezen op het bepaalde in artikel 3.118b van het Vb [3] , waaruit volgt dat een medisch onderzoek in beginsel achterwege blijft bij een opvolgende aanvraag. Verweerder heeft niet ten onrechte geen aanleiding gezien om in dit geval daarvan af te wijken [4] . Uit het rapport van het gehoor blijkt immers dat eiser desgevraagd heeft verklaard dat het goed met hem gaat, dat hij niet onder medische behandeling staat en dat er niets is waar rekening mee moet worden gehouden tijdens het horen [5] . Verweerder heeft in de enkele omstandigheid, dat eiser onsamenhangende en onduidelijke verklaringen heeft afgelegd, geen aanleiding hoeven zien voor het instellen van nieuw medisch onderzoek. Verweerder heeft daarover in het bestreden besluit terecht overwogen dat, wanneer een vreemdeling warrig, vaag of strijdig verklaart, dit niet op voorhand tot de conclusie leidt dat er sprake is van psychische problematiek. Eiser heeft ook geen medische stukken ingebracht waaruit blijkt dat er sprake is van psychische problemen, waardoor hij niet in staat is om zijn asielrelaas naar voren te brengen of om vragen met betrekking tot het asielrelaas te beantwoorden. Het rapport van het gehoor geeft er geen blijk van dat vragen van de hoormedewerker door eiser niet goed zijn begrepen of dat vragen onbeantwoord zijn gebleven. De hoormedewerker heeft doorgevraagd en, daar waar eiser aangaf dat hij de vraag niet goed heeft begrepen, heeft de hoormedewerker de vraag geherformuleerd, gevolgd door een antwoord van eiser.
8. Het beroep van eiser op het zorgvuldigheidsbeginsel slaagt dus niet.
9. Dat betekent dat verweerder in zijn beoordeling heeft mogen uitgaan van de verklaringen zoals die door eiser zijn afgelegd tijdens het gehoor op 25 november 2022. De rechtbank is van oordeel dat verweerder voldoende heeft gemotiveerd dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij homoseksueel en/of transgender is. Weliswaar heeft eiser tijdens het gehoor verklaard dat hij homoseksueel en transgender is [6] , maar eiser heeft ook meerdere malen verklaard dat hij zich uitsluitend tot vrouwen aangetrokken voelt [7] . Verweerder heeft daarbij niet ten onrechte overwogen dat eiser aan de termen ‘homoseksueel’ en ’transgender’ een eigen betekenis heeft toegekend. Zo heeft eiser verklaard op de vraag wanneer iemand homoseksueel is, dat dit betekent dat je niet tevreden bent met het geslacht dat je hebt [8] . Op de vraag wat eiser bedoelt met ‘transgender worden’ heeft eiser verklaard: “Ik bedoel daarmee: vrijen met een vrouw.” en “Ik wil het gaan proberen met een vrouw om te zien of ik het aankan of niet. Dat bedoel ik met transgender.” [9] .
10. Verweerder heeft op basis van het voorgaande mogen concluderen dat eiser niet valt onder de categorie lhbti, voor wie een uitzondering geldt van de aanwijzing van Marokko als veilig land. Eiser heeft geen andere argumenten aangedragen op grond waarvan Marokko voor hem persoonlijk niet als veilig land kan worden beschouwd.
11. De aanvraag is terecht afgewezen als kennelijk ongegrond. Het beroep is ongegrond.
12. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Vreemdelingenwet 2000
2.brief Staatssecretaris Ministerie van Justitie en Veiligheid, 6 mei 2021, nr. 3293506 + bijlage
3.Vreemdelingenbesluit 2000
4.vergelijk uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 19 augustus 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2836
5.zie rapport gehoor veilig land van herkomst p. 3 van 14
6.zie rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 6 van 14
7.zie bijvoorbeeld rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 8 van 14
8.zie rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 9 van 14
9.zie rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 10 van 14