Wat vindt de rechtbank
7
.De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres op 21 juni 2021 voor 0% arbeidsongeschikt is en dus geen recht heeft op een WIA-uitkering. De rechtbank zal dat hierna uitleggen.
8. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
9. De verzekeringsarts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiseres, waaronder informatie van de huisarts en van de orthopeed, bestudeerd. Zij heeft eiseres op het spreekuur gezien en lichamelijk en psychisch onderzocht. Zij beschrijft (onder andere) de klachten van eiseres, het dagverhaal, de diagnose en de prognose.
10. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts in zijn rapport van 23 februari 2022 heroverwogen. Hij heeft het dossier bestudeerd en informatie van de behandelend sector opgevraagd. Een verzekeringsarts in opleiding heeft eiseres gesproken op de hoorzitting. Tijdens de hoorzitting is nog aanvullende medische informatie ontvangen, deze informatie is ook bij de beoordeling betrokken. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd waarom hij aanleiding ziet anders te denken over de belastbaarheid dan de verzekeringsarts.
11. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft alle klachten van eiseres, de eigen bevindingen uit lichamelijk en psychisch onderzoek door de verzekeringsarts, hetgeen tijdens de hoorzitting naar voren is gebracht en de informatie van de behandelaars betrokken in zijn beoordeling. Er is geen reden om aan te nemen dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep aspecten van de gezondheidstoestand van eiseres heeft gemist. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat het medische rapport zorgvuldig tot stand is gekomen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe zijn beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat het rapport aan de drie voorwaarden voldoet.
12. De verzekeringsarts heeft aangenomen dat de door eiseres ervaren klachten en belemmeringen aannemelijk en plausibel zijn te achten. Er is sprake van een oud fractuur van de linkervoet en posttraumatische artrose. Daarnaast claimt eiseres chronische lage rugklachten en nek en schouderklachten. In de FML van 2 mei 2021 heeft de verzekeringsarts beperkingen opgenomen voor fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen en statische houdingen.
13. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 23 februari 2022 uiteengezet op welke punten hij tot een andere conclusie dan de verzekeringsarts komt. In de bezwaarfase zijn volgens hem nieuwe medische feiten of omstandigheden naar voren gekomen. Er heeft, ruim na datum in geding, een WAIS IV onderzoek plaatsgevonden. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep is het zeer aannemelijk dat de matige verstandelijke beperking op de datum in geding al aanwezig was. Hij heeft hierom de FML op 23 februari 2022 aangevuld met beperkingen in het persoonlijk functioneren. Ook heeft hij een extra beperking aangenomen voor geknield of gehurkt actief zijn.
14. Volgens eiseres is sprake van heup-, nek-, schouder- en gewrichtsklachten en van brandende ogen. In beroep heeft eiseres aanvullend een brief van haar huisarts van 13 april 2022 ingediend, waarin de huisarts een opsomming geeft van verschillende ziektes waarmee eiseres bekend is. Deze zijn volgens haar onvoldoende meegenomen in het bestreden besluit en zouden tot meer beperkingen moeten leiden. Eiseres stelt bovendien dat het UWV heeft nagelaten om te onderzoeken wat de gevolgen op de lange termijn zijn van haar brandende ogen. Op zitting heeft eiseres nog aangevoerd dat voor wat betreft de heupklachten ook een beperking op zitten zou moeten gelden en dat het gebruik van orthopedisch schoeisel tot meer klachten zou leiden.
15. De rechtbank ziet in wat eiseres betoogt geen reden om te oordelen dat de vertaling van de vastgestelde medische feiten naar beperkingen in de FML door de verzekeringsarts bezwaar en beroep tekort schiet. Dat eiseres heup-, nek-, schouder-, voet- en gewrichtsklachten heeft, is door hem onderkend. Deze klachten zijn ook betrokken bij het vaststellen van de FML van 23 februari 2022. In wat eiseres in haar beroepschrift en ter zitting gesteld heeft, ziet de rechtbank geen grond om de door de verzekeringsarts bezwaar en beroep vastgestelde FML voor onjuist te houden. Zoals de verzekeringsarts in haar rapport van 2 mei 2021 heeft gerapporteerd is uitgegaan van de omstandigheid dat eiseres sinds een maand last heeft van brandende ogen, maar dat het zicht goed is. Vanwege het ontbreken van een oogziekte die leidt tot verminderde visus en omdat er geen visusklachten waren vastgesteld zijn er geen beperkingen opgenomen in de FML op het item zien. Eiseres heeft in bezwaar en in beroep ook niet verder betwist dat er geen visusklachten waren. De verzekeringsarts bezwaar en beroep geeft in zijn rapport van 19 oktober 2022 weliswaar aan dat geen sprake was van brandende ogen op de datum in geding, maar dat wordt weersproken door het rapport van de verzekeringsarts en door wat het UWV ter zitting naar voren heeft gebracht. Maar uitgaande van het bestaan van die brandende ogen op 21 juni 2021, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden vastgesteld dat het UWV ten onrechte heeft verzuimd een beperking vast te stellen op het item zien. Uit het dossier volgt verder dat eiseres voor haar brandende ogen een ooggel gebruikt. Eiseres heeft dat ook niet betwist. Dat de verzekeringsartsen voor eiseres in verband met haar brandende ogen op een ander item in de FML een beperking hadden moeten aannemen is niet gebleken. Een andersluidende conclusie heeft eiseres ook niet aannemelijk gemaakt met behulp van relevante medische informatie. Tot slot merkt de rechtbank in dit verband nog op dat het niet aan het UWV, of aan de verzekeringsartsen is, om de gevolgen van een medische klacht op lange termijn te onderzoeken. Over de informatie van de huisarts van 13 april 2022 stelt de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat dit slechts een opsomming is van de op die datum aanwezige diagnosen, zonder verdere toelichting. De verzekeringsarts bezwaar en beroep motiveert onder andere ook waarom menorragie en ijzergebruik geen aanleiding geeft voor een beperking. De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep in zijn rapporten voldoende heeft uitgelegd waarom niet meer of andere beperkingen zijn aangenomen. Voor de claim dat orthopedisch schoeisel tot meer klachten zou leiden, ziet de rechtbank geen grondslag. Dat dit uit de brief van 10 februari 2022 van de orthopedisch chirurg blijkt volgt de rechtbank niet. Als iemand het niet eens is met een oordeel van een verzekeringsarts, dan moet hij of zij dat onderbouwen met (andere) medische stukken. Eiseres heeft dit niet gedaan.
16. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft verder nog naar voren gebracht dat een beperking op beroepsmatig vervoer niet nodig is, omdat eiseres geen rijbewijs heeft. De rechtbank maakt hieruit op dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep eiseres op dat item van de FML wel beperkt acht, maar deze beperking verder niet heeft geformaliseerd in de FML. Eiseres wenst dat dat alsnog wordt gedaan; dit zou dienen ter voorkoming van klachten aan haar andere voet. Dit betoog van eiseres kan geen doel treffen. Het is voor de verzekeringsarts bezwaar en beroep geen verplichting om alle beperkingen voor arbeid op te nemen in de FML. Wel moet van zo’n beperking blijken uit diens rapportage(s). Vervolgens moet duidelijk zijn dat deze beperking is betrokken bij het beoordelen van de vraag of eiseres geschikt is voor haar eigen werk of dat er passende functies aan haar kunnen worden voorgehouden. Uit de stukken in het dossier is af te leiden dat de geduide functies geen overschrijding geven van de belastbaarheid van eiseres op het item beroepsmatig vervoer. Dit is ook geen kenmerkende belasting in de geduide functies. Eiseres heeft dit ter zitting erkend.
17. De rechtbank komt tot de slotsom dat de beroepsgronden van eiseres geen reden vormen om te oordelen dat de medische grondslag van het bestreden besluit onjuist is. Eiseres moet op 21 juni 2021 daarom in staat worden geacht arbeid te verrichten die in overeenstemming is met de voor haar vastgestelde medische belastbaarheid, zoals verwoord in de FML van 23 februari 2022.
De arbeidskundige beoordeling
18. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft op grond van de FML van 23 februari 2022 functies (beroepen/werkzaamheden) gezocht die eiseres met haar medische beperkingen in theorie nog kan uitvoeren. Het gaat om:
- (272043) productiemedewerker textiel, geen kleding;
- (267053) wikkelaar (nieuw en revisie);
- (267071) assemblagemedewerker besturingskasten en panelen.
19. Eiseres stelt dat functies, waarin zij veelvuldig met haar armen/handen dient te werken, moet zitten en over een goed zicht moet beschikken, voor haar niet passend zijn. Ter zitting heeft eiseres nader toegelicht dat zij de geduide functies niet kan verrichten omdat de FML volgens haar niet klopt. Deze stelling treft geen doel. Voorop staat dat de functies zijn geselecteerd aan de hand van de FML van 23 februari 2022. De rechtbank heeft hiervoor in punt 17 al geoordeeld dat er geen reden is om aan die FML te twijfelen. Op de aspecten in deze FML waarop eiseres niet beperkt is geacht, zoals bijvoorbeeld het aspect zien, zal niet snel een signalering, waarbij mogelijk sprake is van overschrijding van de belastbaarheid van eiseres, optreden. Daar waar er wel signaleringen hebben opgetreden heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep in zijn rapport van 8 maart 2022 en de resultaat functiebeoordeling voldoende uitgelegd waarom deze functies desondanks voor eiseres geschikt te achten zijn. In dit verband heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies toch geschikt zijn. Deze toelichtingen zijn door eiseres niet betwist en voor de rechtbank begrijpelijk. De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd, dat eiseres in staat is de functies te vervullen. Overigens heeft eiseres geen gronden ingediend tegen de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit, zodat de rechtbank ook geen reden ziet om deze grondslag voor onjuist te houden.
20. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiseres op 21 juni 2021 met de middelste van deze drie functies meer kan verdienen dan dat zij voorheen verdiende als productiemedewerkster, zodat eiseres voor 0% arbeidsongeschikt is.