ECLI:NL:RBDHA:2022:14213

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 juni 2022
Publicatiedatum
27 december 2022
Zaaknummer
NL22.9577
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublin-regelgeving

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 juni 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. R. Hijma, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Echter, het bestreden besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 24 mei 2022 was genomen, stelde dat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag, waardoor de aanvraag niet in behandeling werd genomen.

De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 13 juni 2022, maar de verzoeker en zijn gemachtigde waren niet verschenen, terwijl de Staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door mr. Y. Rikken. Na de behandeling van de zaak heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De rechtbank overwoog dat, gezien de uitspraak die op dezelfde dag in een andere zaak (NL22.9576) was gedaan, een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. M.P. Glerum, in aanwezigheid van griffier mr. A.M. Zwijnenberg, en is bekendgemaakt op 15 juni 2022. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.9577
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. R. Hijma), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. Y. Rikken).

Procesverloop

Bij besluit van 24 mei 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL22.9576, op 13 juni 2022 op zitting behandeld. Verzoeker en zijn gemachtigde zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.9576, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 13 juni 2022 door mr. M.P. Glerum, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.M. Zwijnenberg, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
15 juni 2022

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.