ECLI:NL:RBDHA:2022:14239

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 december 2022
Publicatiedatum
28 december 2022
Zaaknummer
C/09/526980/ HA RK 17-74
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling salaris vereffenaar in nalatenschap met toepassing van Recofa-richtlijnen

Op 15 december 2022 heeft de Rechtbank Den Haag, onder leiding van rechter-commissaris mr. R. Cats, een beschikking gegeven inzake de vaststelling van het salaris van de vereffenaar van de nalatenschap van [naam01]. De zaak betreft een verzoek van mr. S. van Wijk, de huidige vereffenaar, die op 29 september 2022 de rechter-commissaris heeft verzocht om de al gemaakte vereffeningskosten, inclusief het salaris van zowel de voormalige als de huidige vereffenaar, vast te stellen en deze ten laste van de boedel te brengen. De nalatenschap betreft de erfgenamen van [naam01], die op [geboortedatum01] is overleden.

De rechtbank heeft in eerdere beschikkingen ir. J.W.J. van Oostrom benoemd als vereffenaar, die op eigen verzoek is ontslagen en is vervangen door mr. P.C. Rijken. Na het ontslag van mr. Rijken is mr. S. van Wijk benoemd als opvolgend vereffenaar. De rechter-commissaris heeft de wettelijke bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, met name artikel 4:206 lid 3 en artikel 4:208 lid 2 onder a, in acht genomen bij de beoordeling van het verzoek. Deze artikelen bepalen dat een door de rechter benoemde vereffenaar recht heeft op een door de kantonrechter vastgesteld loon.

De rechter-commissaris heeft aansluiting gezocht bij de Recofa-richtlijnen, die als uitgangspunt dienen voor de beloning van curatoren in faillissementszaken. Aangezien het beschikbare actief onvoldoende is om de volledige salarissen van zowel mr. Van Wijk als ir. Van Oostrom te voldoen, is overeengekomen dat hun salarissen naar rato van het beschikbare actief worden vastgesteld, wat resulteert in een percentage van 89%. De erfgenamen, boedelnotaris en de voormalig vereffenaar hebben hiermee ingestemd. De rechter-commissaris heeft het verzoek toegewezen en de salarissen vastgesteld, waarbij het salaris van de vereffenaar op € 327.409,31 is vastgesteld en het salaris van ir. Van Oostrom op € 30.734,67.

Uitspraak

Beschikking ex art. 4:206 lid 3 BW j° art. 4:208 lid 2 onder a BW
RECHTBANKDEN HAAG
Team Handel – rechter-commissaris
zaaknummer : C/09/526980/ HA RK 17-74
Beschikking van de rechter-commissaris van 15 december 2022
op het
verzoek d.d. 29 september 2022 tot vaststelling van het salarisvan
mr. S. van Wijk in zijn hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap van
[naam01],
kantoor houdende te 2517 JR Den Haag, Johan de Wittlaan 15,
verzoeker.

1.Het verloop

Bij beschikking van 23 februari 2017 heeft de rechtbank ir. J.W.J. van Oostrom tot
vereffenaar benoemd van de nalatenschap van [naam01] , geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1948, laatstelijk wonende te [laatste woonplaats01] , overleden te [plaats van overlijden01] .
Bij beschikking van 14 september 2017 is ir. Van Oostrom op eigen verzoek ontslagen en is mr. P.C. Rijken in zijn plaats tot vereffenaar benoemd. Bij diezelfde beschikking is mr. G.H.M. Smelt tot rechter-commissaris benoemd. Bij beschikking van 5 maart 2020 is mr. Rijken op eigen verzoek ontslagen en is mr. S. van Wijk tot opvolgend vereffenaar benoemd. Bij beschikking van 10 december 2020 is mr. Smelt op eigen verzoek ontslagen en is mr. R. Cats in zijn plaats tot rechter-commissaris benoemd.

2.Het verzoek

Mr. Van Wijk heeft bij brief van 29 september 2022 met bijlagen de rechter-commissaris verzocht de al gemaakte vereffeningskosten (inclusief salaris voormalig vereffenaar en huidige vereffenaar) vast te stellen en deze ten laste te brengen van de boedel.

3.De beoordeling

Op grond van artikel 4:206 lid 3 BW heeft een door de rechter benoemde vereffenaar recht op het loon dat door de kantonrechter vóór het opmaken van de uitdelingslijst wordt vastgesteld.
Op grond van artikel 4:208 lid 2 onder a BW worden de overeenkomstig afdeling 3 titel 6 BW aan de kantonrechter toekomende taken en bevoegdheden door de rechter-commissaris uitgeoefend. Hieruit volgt dat de rechter-commissaris kan overgaan tot vaststelling van het vereffenaarsloon.
Voor de vaststelling van het loon van de vereffenaar is in de door de Expertgroep Erfrecht van het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel, Kanton en Toezicht (LOVCK&T) ontwikkelde en op rechtspraak.nl gepubliceerde Richtlijnen vereffening nalatenschappen aansluiting gezocht bij in de wet geregelde overeenkomstige gevallen, zoals de beloning van een curator in een faillissement, zoals nader geregeld in de zogenaamde Recofa-richtlijnen. Deze richtlijnen worden in faillissementszaken door de rechtbanken tot uitgangspunt genomen bij de vaststelling van het salaris van curatoren. De wetgever heeft bij de vereffening van nalatenschappen op meer plaatsen verwezen naar de Faillissementswet. Op grond daarvan kan voor de vaststelling van het loon van de vereffenaar aansluiting worden gezocht bij de beloning van de curator conform de Recofa-richtlijnen.
Mr. Van Wijk heeft met ir. Van Oostrom afgesproken dat hij ook voor hem een salarisverzoek zal indienen, hetgeen hij heeft gedaan. De verzochte bedragen zijn gebaseerd op voormelde Recofa-richtlijnen. Het actief is onvoldoende om de volledige salarissen van beiden volledig te voldoen. Mr. Van Wijk en ir. Van Oostrom zijn blijkens het verzoekschrift overgekomen dat hun salarissen na rato van het beschikbare actief zullen worden vastgesteld, wat neerkomt op 89%.
De erfgenamen, boedelnotaris en de voormalig vereffenaar hebben hiermee ingestemd.
De rechter-commissaris zal het verzoek toewijzen en de salarissen dienovereenkomstig vaststellen.

4.De beslissing

De rechter-commissaris:
- stelt het salaris van (de kantoormedewerkers van) de vereffenaar vast op € 327.409,31, waarbij reeds bij wijze van voorschot aan reiskostenvergoeding is opgenomen een bedrag van € 134,66, zodat resteert voor op te nemen salaris een bedrag van € 327.274,65;
- stelt het salaris van ir. Van Oostrom vast op € 30.734,67 waarbij reeds bij wijze van voorschot aan reiskostenvergoeding is opgenomen € 586,45, zodat resteert voor op te nemen salaris een bedrag van € 30.148,22.
Deze beschikking is gegeven door mr. R. Cats, rechter-commissaris, bijgestaan door R. Becker, griffier en uitgesproken op 15 december 2022.