ECLI:NL:RBDHA:2022:1426
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C. van Boven - Hartogh
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens vertrek met onbekende bestemming
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 februari 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, die een asielaanvraag had ingediend, is met onbekende bestemming vertrokken, waardoor de rechtbank zich moest afvragen of eiser nog procesbelang had bij zijn beroep. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de asielaanvraag van eiser op 16 december 2021 afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser sinds 8 januari 2022 met onbekende bestemming is vertrokken en dat er geen contact meer is geweest met zijn gemachtigde. Dit leidde de rechtbank tot de conclusie dat eiser geen prijs meer stelde op de door hem verzochte bescherming in Nederland. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.