ECLI:NL:RBDHA:2022:14334
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van aangifte Bpm en verval van informatiebeschikking
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 december 2022 uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke kwestie tussen eiseres, een B.V., en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiseres had op 20 januari 2021 aangifte gedaan voor de belasting van personenauto's en motorrijwielen (Bpm) met betrekking tot de registratie van een Land Rover Discovery. De inspecteur verzocht eiseres om een inkoopfactuur of inkoopverklaring voor de auto, maar omdat hieraan geen gevolg werd gegeven, werd op 1 juli 2021 een informatiebeschikking afgegeven. Deze informatiebeschikking werd later bij de bestreden uitspraak op bezwaar gehandhaafd.
Eiseres heeft echter op 13 oktober 2021 een e-mail gestuurd naar de Belastingdienst waarin zij verzocht om buitenwerkingstelling van de aangifte. De rechtbank heeft vastgesteld dat deze e-mail als intrekking van de aangifte kan worden beschouwd. Hierdoor vervalt de informatiebeschikking, omdat volgens artikel 52a, derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) de informatiebeschikking vervalt indien de inspecteur een naheffingsaanslag vaststelt voordat de informatiebeschikking onherroepelijk is geworden.
De rechtbank heeft geoordeeld dat eiseres geen belang meer heeft bij de procedure, aangezien de aangifte is ingetrokken en de informatiebeschikking niet langer relevant is. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk verklaard. Eiseres heeft ook aangevoerd dat het betalen van griffierecht in strijd is met het Unierecht, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat er geen sprake is van betalingsonmacht en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.