Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In de zaak tussen [naam], verzoeker, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 21 februari 2022 uitspraak gedaan. Verzoeker had op 11 januari 2022 een asielaanvraag ingediend, welke door verweerder niet-ontvankelijk was verklaard. Hiertegen heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 9 februari 2022 behandeld, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. A. Hadfy-Kovacs, en verweerder werd vertegenwoordigd door mr. F. Jansen. Tijdens de zitting was ook een tolk, R. Achamlale, aanwezig.
De voorzieningenrechter heeft in overweging genomen dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in de aanverwante zaak NL22.559, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van mr. S.C. Spruijt, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.