ECLI:NL:RBDHA:2022:14556
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake beëindiging opvang asielzoeker met medische zorgbehoefte
Op 22 juni 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag een mondelinge uitspraak gedaan in de zaak tussen een Ethiopische asielzoeker en het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening tegen de beëindiging van de opvang van de verzoeker, die afhankelijk is van zorg en begeleiding vanwege zijn medische situatie. Het COA had op 30 mei 2022 besloten dat de opvang van de verzoeker per 23 juni 2022 zou eindigen, wat leidde tot bezwaar van de verzoeker op 19 juni 2022. De voorzieningenrechter oordeelde dat de belangen van de verzoeker zwaarder wegen dan die van het COA, gezien de medische noodzaak van de opvang. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten dat het COA de opvang van de verzoeker niet mag beëindigen totdat de zaak inhoudelijk is behandeld. De voorzieningenrechter heeft een ordemaatregel getroffen op basis van artikel 8:83, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, om de rechten van de verzoeker te waarborgen totdat er een definitieve uitspraak is gedaan. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. A.M. Slierendrecht, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.