Overwegingen
1. Eiser stelt dat hij de Nigeriaanse nationaliteit heeft en dat hij is geboren op [geboortedatum] 1990. Op 14 december 2020 heeft eiser een asielaanvraag gedaan. Toen bleek dat Italië op grond van de Dublinverordening2 verantwoordelijk was voor de behandeling van eisers asielaanvraag. Op 29 oktober 2021 is eiser door verweerder alsnog toegelaten tot de nationale procedure, omdat eiser niet tijdig was overgedragen aan Italië. Op 19 april 2022 is eiser gehoord over zijn asielrelaas. Eiser heeft tijdens dit nader gehoor (hierna: NG) een aantal redenen gegeven waarom hij niet terug kan naar Nigeria. Ten eerste heeft eiser problemen met de Black Axe . Eiser heeft een opdracht moeten uitvoeren om een lid van de Vikings te vermoorden, maar dat wilde eiser niet. Daarnaast moet eiser nog geld betalen aan de mensensmokkelaar die hem heeft geholpen om Nigeria te verlaten. Dezelfde smokkelaar heeft een voodoo spreuk over eiser uitgesproken.
1. als bedoeld in artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2 Verordening (EU) nr. 604/2013.
2. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
1. identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. de problemen met de Vikings , het lidmaatschap van de Black Axe en de daaruit voortvloeiende problemen;
3. de schuld aan de mensensmokkelaar die hem heeft geholpen om Nigeria te verlaten.
3. Verweerder vindt het eerste relevante element geloofwaardig. De andere twee elementen vindt verweerder niet geloofwaardig. Verweerder vindt het niet aannemelijk dat eiser om de redenen zoals hierboven genoemd bij terugkeer naar Nigeria heeft te vrezen voor vervolging of een reëel risico loopt op ernstige schade. Verweerder concludeert daarom dat de aanvraag wordt afgewezen als ongegrond.
4. Eiser is het hier niet mee eens. De rechtbank gaat hierna in op de geschilpunten.
Element 2: de problemen met de Vikings , het lidmaatschap van de Black Axe en de daaruit voortvloeiende problemen
5. De rechtbank is van oordeel dat verweerder het tweede element van zijn asielrelaas ongeloofwaardig heeft mogen vinden. De rechtbank zal hierna uitleggen hoe zij tot dit oordeel is gekomen.
6. Partijen zijn het er over eens dat eiser geen documenten heeft overgelegd om zijn asielrelaas te onderbouwen. Dit betekent dat eiser zijn relaas met zijn verklaringen aannemelijk dient te maken.
7. Om te beginnen heeft verweerder terecht aan eiser tegengeworpen dat hij tegenstrijdig heeft verklaard over de datum van zijn vertrek uit Nigeria. In beroep benadrukt eiser nogmaals dat hij in 2011 uit Nigeria is vertrokken en geeft hij als reden voor de omstandigheid dat hij eerder andere data heeft opgegeven, dat hij de Engelse taal niet goed beheerst. Deze uitleg van eiser heeft verweerder onvoldoende mogen vinden. Verweerder heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat eiser zijn verklaringen over de datum van zijn vertrek pas vrij laat heeft gecorrigeerd, namelijk pas bij de correcties en aanvullingen van
8 april 2022, nadat hij dit tijdens de hele Dublin procedure heeft nagelaten terwijl hij tijdens die procedure zowel tijdens het aanmeldgehoor als tijdens het interview met de Koninklijke Marechaussee andere data heeft genoemd. Daarnaast blijkt uit de verslagen van de eerdere gehoren niet dat eiser moeite had om de Engelse tolk te verstaan. Nu er sprake is van een integrale geloofwaardigheidsbeoordeling heeft verweerder de andere verklaringen van eiser in het licht van de hiervoor besproken tegenwerping mogen beoordelen.
8. Verder stelt de rechtbank vast dat tussen partijen niet ter discussie staat dat uit de openbare bronnen3 volgt dat de Black Axe eerst een vrijheidsbeweging was, die zich later
3 Onder meer het rapport van Human Rights Watch (Criminal politics, violence Godfathers and corruption in Nigeria) van 11 oktober 2007.
heeft ontwikkeld tot een criminele organisatie. Eiser voert over dit punt aan dat verweerder hem ten onrechte heeft tegengeworpen dat niet valt in te zien dat eiser niet op de hoogte was van de reputatie van de Black Axe . Dat de Black Axe in een aantal openbare bronnen wordt omgeschreven als een criminele organisatie betekent nog niet dat eiser (en zijn omgeving)
de Black Axe ook zo zien.
9. De rechtbank is van oordeel dat deze stelling van eiser niet maakt dat verweerder een ander standpunt had hoeven innemen. Eiser heeft zijn stelling dat waar hij vandaan komt er anders naar de Black Axe wordt gekeken namelijk verder niet geconcretiseerd aan de hand van openbare bronnen of andere informatie. Daarbij heeft verweerder nog van belang mogen vinden dat eiser 21 jaar oud was toen hij via zijn kamergenoot werd de benaderd door de Black Axe , dat eiser een universitaire opleiding volgde en daarnaast toegang had tot internet. Verweerder heeft mogen vinden dat het daarom in de rede ligt dat eiser op de hoogte was van de reputatie van Black Axe .
10. Daarnaast heeft verweerder aan eiser mogen tegenwerpen dat hij vaag en summier heeft verklaard over zijn kamergenoot, terwijl hij zich door deze jongen bij de Black Axe heeft aangesloten en uiteindelijk Nigeria heeft moeten verlaten. Zo kent eiser de achternaam van zijn kamergenoot niet. Eiser heeft deze tegenwerping in beroep niet weerlegd en deze houdt daarom stand. Ook heeft eiser niet betwist dat verweerder het ongeloofwaardig vindt dat het voor hem zo moeilijk was om de Black Axe te verlaten. Uit het Algemeen Ambtsbericht van Nigeria van maart 20214 blijkt namelijk dat het vooral voor hooggeplaatste leden erg lastig is om de Black Axe te verlaten, maar dat was eiser volgens zijn eigen verklaringen niet.
11. De hiervoor besproken tegenwerpingen samen maken naar het oordeel van de rechtbank al dat verweerder het tweede element van eisers asielrelaas ongeloofwaardig heeft mogen vinden. De andere bestreden tegenwerpingen van verweerder die zien op dit element bespreekt de rechtbank daarom niet.
Element 3: Schuld aan de mensensmokkelaar
12. De rechtbank oordeelt dat verweerder het derde element van eisers asielrelaas ongeloofwaardig heeft mogen vinden. Verweerder heeft zich op het standpunt mogen stellen dat de verklaringen van eiser over de mensensmokkelaar ontoereikend zijn.
13. Verweerder heeft bij zijn standpunt mogen betrekken dat het vreemd is dat eiser tijdens het aanmeldgehoor Dublin op 5 januari 2021 niet heeft verklaard over de mensensmokkelaar. De redenen die hij in het aanmeldgehoor Dublin heeft gegeven voor zijn vertrek uit Italië, namelijk dat hij arm was en moest bedelen, stroken niet met de latere verklaring van eiser dat hij in Italië nog steeds lastig werd gevallen door de mensensmokkelaar. Aangezien eiser tijdens het aanmeldgehoor Dublin zelf is begonnen
over zijn problemen in Italië, had in de rede gelegen dat hij toen ook iets had gezegd over de mensensmokkelaar.
14. Daarnaast heeft verweerder eiser in dit kader kunnen tegenwerpen dat hij tegenstrijdig heeft verklaard over wanneer hij uit Nigeria is vertrokken en wanneer de
voodoo door de mensensmokkelaar heeft plaatsgevonden. Zoals de rechtbank onder 7 heeft geoordeeld, heeft eiser deze tegenstrijdigheid niet opgehelderd door zich op het standpunt te stellen dat hij de Engelse taal niet machtig was en er daardoor miscommunicatie is ontstaan.
15. Tot slot heeft verweerder bij zijn standpunt mogen betrekken dat niet valt in te zien dat eiser in Italië of in Nederland geen aangifte heeft gedaan tegen de mensensmokkelaar. Uit de verklaringen van eiser tijdens het NG blijkt namelijk dat hij in Nigeria meerdere keren naar de rector van de universiteit is gegaan om aangifte te doen tegen de Black Axe . Ook heeft eiser in Nigeria aangifte gedaan bij de politie. Blijkbaar had eiser dus eerder geen moeite met het doen van aangifte. Verweerder heeft zich daarom op het standpunt mogen stellen dat niet valt in te zien waarom eiser nu wel bang zou zijn om aangifte te doen tegen de mensensmokkelaar zoals wordt gesteld. De rechtbank vindt hierbij tevens van belang dat de enkele verklaring ter zitting dat er nu wel aangifte is gedaan maar dat het onduidelijk is of die aangifte door eiser zelf is gedaan of tegen hem, het voorgaande niet anders maakt. Nu die stelling vaag, niet concreet is en niet is onderbouwd.
16. Deze tegenwerpingen samen maken naar het oordeel van de rechtbank al dat verweerder het derde element van eisers asielrelaas ongeloofwaardig heeft mogen vinden. De andere tegenwerpingen van verweerder die zien op dit element bespreekt de rechtbank daarom niet.
17. Uit het voorgaande volgt dat de beroepsgronden niet slagen. Verweerder heeft deugdelijk gemotiveerd dat eiser niet in aanmerking komt voor toelating op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Vw.
18. De aanvraag is niet ten onrechte afgewezen als ongegrond. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.