ECLI:NL:RBDHA:2022:14792

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 september 2022
Publicatiedatum
20 januari 2023
Zaaknummer
NL22.14569
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublinverordening

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 september 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. E.G. Grigorjan, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Echter, het bestreden besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 28 juli 2022 was genomen, stelde dat Roemenië verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag, waardoor de aanvraag niet in behandeling werd genomen.

De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 30 augustus 2022 behandeld, waarbij de verzoeker via een telefoonverbinding aanwezig was, bijgestaan door zijn gemachtigde. De verweerder, de Staatssecretaris, was niet verschenen, maar had wel een verweerschrift ingediend.

In de uitspraak van vandaag, die ook betrekking heeft op een andere zaak (NL22.14568), heeft de rechtbank geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, aangezien er al een uitspraak is gedaan op het beroep. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, in aanwezigheid van griffier mr. E. Mulder, en is openbaar gemaakt op 5 september 2022. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.14569
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. E.G. Grigorjan),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. N. Mikolajczyk).

Procesverloop

Bij besluit van 28 juli 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Roemenië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL22.14568, op 30 augustus 2022 op zitting behandeld. Verzoeker is met een telefoonverbinding verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Er is een tolk verschenen. Verweerder is, met bericht van verhindering, niet verschenen.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.14568, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Mulder, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
05 september 2022

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.