ECLI:NL:RBDHA:2022:14795

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 september 2022
Publicatiedatum
20 januari 2023
Zaaknummer
NL22.15111
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublinverordening

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 september 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A.J.P. Lemmen, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Echter, het bestreden besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 4 augustus 2022 was genomen, stelde dat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag, waardoor de aanvraag niet in behandeling werd genomen.

De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op zitting behandeld, waarbij zowel de verzoeker als de verweerder, vertegenwoordigd door mr. M. Weerman, aanwezig waren. Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de motivering dat er op dezelfde dag in een andere zaak (NL22.15110) uitspraak was gedaan op het beroep van de verzoeker, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. B. Fijnheer, in aanwezigheid van griffier mr. E. Mulder, en is bekendgemaakt op 8 september 2022. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.15111
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. A.J.P. Lemmen),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. M. Weerman).

Procesverloop

Bij besluit van 4 augustus 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL22.15110, op 6 september 2022 op zitting behandeld. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.15110, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 6 september 2022 door mr. B. Fijnheer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Mulder, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
08 september 2022

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.