ECLI:NL:RBDHA:2022:14918

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 september 2022
Publicatiedatum
25 januari 2023
Zaaknummer
NL22.16367
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 september 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, een Tunesische man geboren in 1975, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 15 augustus 2022 afgewezen, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd. Daarnaast werd aan de verzoeker een vertrektermijn onthouden, wat betekende dat hij Nederland onmiddellijk diende te verlaten, en werd er een inreisverbod voor de duur van twee jaar opgelegd.

De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 15 september 2022 behandeld, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. F. van Dijk, en een tolk, A. Tribak. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door mr. P.M.W. Jans. Tijdens de zitting is vastgesteld dat er een andere uitspraak was gedaan in een gerelateerde zaak (NL22.16366), waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig was. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.

De uitspraak is openbaar gemaakt op 20 september 2022 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De voorzieningenrechter, mr. M.C. Verra, heeft de beslissing genomen in aanwezigheid van griffier mr. K.S. Smits.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.16367
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[eiser] , verzoeker V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. F. van Dijk),

en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. P.M.W. Jans).

Procesverloop

Bij besluit van 15 augustus 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond. Daarnaast wordt aan verzoeker geen verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd of uitstel van vertrek verleend.
Verweerder heeft tevens aan verzoeker een vertrektermijn onthouden, zodat hij Nederland onmiddellijk dient te verlaten. Ten slotte heeft verweerder verzoeker een inreisverbod opgelegd voor de duur van twee jaar.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL22.16366, op
15 september 2022 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen A. Tribak. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoeker is van Tunesische nationaliteit en is geboren op [geboortedatum] 1975.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.16366, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. K.S. Smits, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
20 september 2022

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.