ECLI:NL:RBDHA:2022:14961
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verantwoordelijkheid van Duitsland bij asielaanvraag en indirect refoulement
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 oktober 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat Duitsland op grond van de Dublinverordening verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser. Eiser heeft tegen het besluit van de Staatssecretaris beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, waaronder de claim van indirect refoulement, beoordeeld. Eiser stelde dat hij in Duitsland zou worden uitgezet naar Sierra Leone, maar de rechtbank oordeelde dat Duitsland de verantwoordelijkheid voor de behandeling van de asielaanvraag op zich heeft genomen en dat er geen onderbouwing was voor de vrees van eiser voor indirect refoulement. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 13 oktober 2022.