ECLI:NL:RBDHA:2022:14962

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 oktober 2022
Publicatiedatum
26 januari 2023
Zaaknummer
NL22.18048
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake overdracht aan Italië

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 oktober 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De eiser, vertegenwoordigd door mr. L.J. Blijdorp, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin werd bepaald dat hij zou worden overgedragen aan de autoriteiten van Italië. Het bestreden besluit dateert van 9 september 2022.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 11 oktober 2022, maar beide partijen zijn niet verschenen, ondanks een bericht van verhindering. In de uitspraak van dezelfde dag, onder zaaknummer NL22.18047, heeft de rechtbank al uitspraak gedaan op het beroep van de eiser. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor het treffen van een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, in aanwezigheid van griffier mr. E. Mulder, en is openbaar gemaakt op 13 oktober 2022. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.18048
uitspraak van de voorzieningenechter in de zaak tussen
[eiser], eiser V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. L.J. Blijdorp),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 9 september 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder bepaald dat eiser zal worden overgedragen aan de autoriteiten van Italië.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL22.18047, op
11 oktober 2022 op zitting behandeld. Partijen zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.18047, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Mulder, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
13 oktober 2022

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.