ECLI:NL:RBDHA:2022:14967
Rechtbank Den Haag
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 oktober 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om proceskostenvergoeding van de verzoeker, die in beroep was gegaan tegen het niet tijdig beslissen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op zijn aanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A.S. Sewman, heeft op 24 juni 2022 beroep ingesteld omdat er geen tijdige beslissing was genomen. Op 29 augustus 2022 heeft de verweerder alsnog een beslissing genomen, waarna de verzoeker het beroep heeft ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verweerder geen bezwaar heeft gemaakt tegen de proceskostenvergoeding, aangezien er geen reactie is gekomen op het verzoek van de verzoeker. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker recht heeft op vergoeding van de proceskosten, omdat de verweerder pas na het indienen van het beroep een beslissing heeft genomen. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op een bedrag van € 379,50, rekening houdend met de inschakeling van een professionele juridische hulpverlener en de wegingsfactor van 0,5, omdat de zaak enkel betrekking had op de overschrijding van de beslistermijn. De rechtbank heeft de verweerder veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan de verzoeker. De uitspraak is openbaar gemaakt en de verzoeker is geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.