ECLI:NL:RBDHA:2022:14972
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verantwoordelijkheid van Zwitserland voor asielaanvraag onder de Dublinverordening
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 13 oktober 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De reden hiervoor was dat Zwitserland volgens de Dublinverordening verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, maar beide partijen zijn niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft de argumenten van eiser beoordeeld, waaronder de claim dat Duitsland mogelijk verantwoordelijk was voor de asielaanvraag en dat de omstandigheden in Zwitserland hem belemmerden om rechtsbijstand te krijgen. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris voldoende had gemotiveerd waarom de aanvraag niet in behandeling was genomen en dat er geen aanleiding was voor nader onderzoek naar de verantwoordelijkheid van Duitsland. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat de omstandigheden in Zwitserland zodanig waren dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet meer van toepassing was. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt op 13 oktober 2022.