ECLI:NL:RBDHA:2022:14993
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met verwijzing naar Dublin-regelgeving
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 oktober 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. T. der Bedrosian, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Echter, het bestreden besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, gedateerd op 12 september 2022, stelde dat Roemenië verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag, waardoor de aanvraag niet in behandeling werd genomen.
De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 11 oktober 2022 behandeld, waarbij de Staatssecretaris niet aanwezig was, maar wel op de hoogte was gesteld van de zitting. Tijdens de behandeling is ook een andere zaak, NL22.18293, besproken. De voorzieningenrechter heeft in die zaak op dezelfde dag uitspraak gedaan, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening in deze zaak niet meer nodig was.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 13 oktober 2022 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.