Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 oktober 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Nigeriaanse eiser. De eiser had op 10 oktober 2022 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, op grond van artikel 59b van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze maatregel, waarbij hij tevens schadevergoeding heeft verzocht. Tijdens de zitting op 17 oktober 2022 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank heeft vastgesteld dat het dossier niet compleet was, omdat de vertrekgesprekken die in de maatregel van bewaring werden genoemd, ontbraken. Echter, de rechtbank oordeelde dat eiser niet voldoende had aangetoond dat hij in zijn belangen was geschaad door het ontbreken van deze stukken.
De rechtbank heeft de argumenten van eiser tegen de maatregel van bewaring beoordeeld. Eiser stelde dat hij direct asiel had aangevraagd bij binnenkomst in Nederland en dat de opgelegde maatregel niet noodzakelijk was. De rechtbank oordeelde echter dat de gronden voor de maatregel van bewaring feitelijk juist waren, aangezien eiser Nederland zonder geldig paspoort en visum was binnengekomen. Bovendien was er een risico op onttrekking aan het toezicht, omdat eiser niet had meegewerkt aan zijn terugkeer naar Nigeria.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.