ECLI:NL:RBDHA:2022:14999

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 oktober 2022
Publicatiedatum
27 januari 2023
Zaaknummer
NL22.17708 en NL22.17710
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met overdracht aan Tsjechië

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, hebben verzoekers op 1 september 2022 een brief gestuurd naar de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin zij hun asielverzoek introkken en verzochten om de teruggave van hun originele documenten en een afspraak te maken voor hun uitreis. Op 6 september 2022 heeft de Staatssecretaris besloten dat verzoekers zouden worden overgedragen aan Tsjechië, uitgaande van de intrekking van hun asielverzoek. Verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld en aanvullende gronden ingediend op 12 september 2022.

De rechtbank heeft het verzoek op 13 september 2022 behandeld, maar verzoekers en hun gemachtigde zijn niet verschenen. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak, die ook betrekking heeft op de zaken NL22.17707 en NL22.17709, geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, aangezien er al een uitspraak is gedaan op het beroep. Het verzoek om voorlopige voorziening is dan ook afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. M.P. Glerum, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier, en is op 5 oktober 2022 openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummers: NL22.17708 en NL22.17710

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoeker 1] en [verzoeker 2], verzoekers,
V-nummers: [V-nummer] en [V-nummer]
(gemachtigde: mr. S.B. Kleerekooper), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. K. Bruin).

Procesverloop

Verzoekers hebben op 1 september 2022 een brief aan verweerder gestuurd, waarin zij berichten dat zij “hebben besloten om hun asielverzoek in te intrekken” en hebben verweerder verzocht om met hen een afspraak te maken over de teruggave van hun originele documenten en de uitreis.
Bij besluiten van 6 september 2022 (de bestreden besluiten) heeft verweerder bepaald dat verzoekers zullen worden overgedragen aan Tsjechië. Daarbij is verweerder ervan uitgegaan dat verzoekers hun asielverzoek hebben ingetrokken met de brief van 1 september 2022.
Verzoekers hebben hiertegen op 6 september 2022 beroep ingesteld en hebben op 12 september 2022 aanvullende gronden ingediend.
De rechtbank heeft het verzoek, samen met de zaken NL22.17707 en NL22.17709, op
13 september 2022 op zitting behandeld. Verzoekers en hun gemachtigde zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL22.17707 en NL22.17709. heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P. Glerum, rechter, in aanwezigheid van mr.
M.A.W.M. Engels, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
05 oktober 2022

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.