ECLI:NL:RBDHA:2022:15130
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- D. Biever
- M.J.J. Roks
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak met betrekking tot verblijfsdoel en uitzetting
Op 16 december 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak tussen een verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De zaak betreft een voorlopige voorziening in het kader van een beroep tegen een besluit van de staatssecretaris, waarbij de aanvraag van de verzoeker voor wijziging van het verblijfsdoel van 'zoekjaar arbeid' naar 'verblijf bij familie- of gezinslid' werd afgewezen. Tevens werd er een terugkeerbesluit opgelegd met een vertrektermijn van vier weken.
De verzoeker heeft tegen dit besluit bezwaar aangetekend, maar dit werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij de behandeling van zijn beroep in Nederland kan afwachten. De staatssecretaris heeft op 19 oktober 2022 het bestreden besluit ingetrokken en aangeboden om de proceskosten en het griffierecht te vergoeden. De verzoeker heeft echter aangegeven het beroep enkel te willen intrekken onder toewijzing van de voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de staatssecretaris zich niet verzet tegen de toewijzing van de voorlopige voorziening. Daarom is het verzoek als kennelijk gegrond toegewezen. De verzoeker mag niet worden uitgezet totdat er een nieuwe beslissing op het bezwaar is genomen. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan de verzoeker. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.