Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 december 2022 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van eiser, die op 11 oktober 2022 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. Eiser, die stelt de Marokkaanse nationaliteit te hebben, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting niet nodig was, en heeft de processtukken bestudeerd.
Eiser heeft aangevoerd dat er geen zicht is op zijn uitzetting naar Marokko, omdat de aanvraag voor een laissez-passer bij de Marokkaanse autoriteiten al meer dan een maand geleden is ingediend zonder enige reactie. Daarnaast heeft eiser gesteld dat hij aan Slovenië, Italië of Duitsland moet worden overgedragen, omdat hij daar eerder heeft verbleven. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de Staatssecretaris voldoende voortvarend heeft gehandeld door op 17 oktober 2022 een lp-aanvraag in te dienen en dat het ontbreken van een reactie van de Marokkaanse autoriteiten op dit moment niet betekent dat er geen zicht op uitzetting is.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de maatregel van bewaring rechtmatig is en dat de beroepsgronden van eiser falen. Daarom heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier K.F.K. Hoogbruin, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.