ECLI:NL:RBDHA:2022:15287
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van ongeloofwaardigheid van het asielrelaas
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 december 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Nigeriaanse nationaliteit, had op 12 mei 2021 een asielaanvraag ingediend, waarin hij stelde dat hij problemen had met de politie vanwege zijn vermeende tegenstand tegen de plaatselijke koning. Eiser beweerde dat hij in 2012 door de politie was beschoten, maar dat de kogel zijn lichaam niet kon binnendringen door een voodoo-ritueel. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen, omdat het asielrelaas van eiser ongeloofwaardig werd geacht. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 24 november 2022 heeft de rechtbank de zaak behandeld. Eiser was aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en een tolk was ook aanwezig. De rechtbank heeft de argumenten van eiser overwogen, waaronder de stelling dat verweerder onvoldoende rekening had gehouden met zijn verklaringen en dat er een deskundige ingeschakeld had moeten worden om de geloofwaardigheid van het voodooritueel te onderzoeken. De rechtbank oordeelde echter dat verweerder voldoende gemotiveerd had waarom het asielrelaas ongeloofwaardig was, en dat de aanvraag terecht was afgewezen.
De rechtbank concludeerde dat de problemen met de politie en de dreigementen van de [A] niet voldoende waren onderbouwd en dat verweerder niet in strijd had gehandeld met de zorgvuldigheids- en motiveringsbeginselen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de aanvraag voor een verblijfsvergunning af.