Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het procesverloop
in de zaak van het verzoek en het tegenverzoek
2.De feiten
in de zaak van het verzoek en het tegenverzoek
“onvoldoende scherp en alert”is geweest. In de brief staat dat bij herhaling ontslag zal volgen. Ook staat in de brief dat over het beoordelingsjaar 2021 de beoordeling “1” wordt gegeven. Als laatste zinnen staan in de brief:
“We gaan er vanuit dat we hiermee dit dossier kunnen sluiten. Mocht je behoefte hebben aan nadere begeleiding of ondersteuning, laat mij dit dan gerust even weten.”
“buiten proportie, zeer zwaar gestraft”wordt en dat de as-vermenging voorkomen had kunnen worden door een eenvoudige sensor.
“Ik vind dat jouw rol als assistent (senior van die dag) onvoldoende naar voren is gekomen in de calamiteit van de asvermenging op 7 oktober 2021.
(…) Na meer dan drie weken moet ik nu wel die aandacht op jouw rol benadrukken. Ik vraag hierbij aan [manager 2] jouw rol duidelijk te maken en verwacht een schriftelijke reactie.”
“Ja, ik heb een fout gemaakt waardoor asvermenging is ontstaan in de astrechter op 7-10-21. Echter, ik ben niet alleen verantwoordelijk voor alle fouten die zijn gemaakt. Kijk naar de fouten in het Handboek Protocollen van juni 2021, en andere informatiedragers. Kijk naar de rol van de assistent invoer, [assistent 2] , ook Senior die dag. Kijk naar de ovensysteem FT die de ovendeur vrijgeeft om te ruimen, terwijl de astrechter nog niet leeg is. Kijk naar het effect van de fout. (…)”
(..)”De beoordeling ‘1’ (…) laten we bij nader inzien vervallen.” (…) De uitnodiging voor een gesprek met [manager 2] , waar ook ik bij aanwezig ben, staat nog. Het is prima als [partner werknemer] hierbij aanwezig is als toehoorder, niet als gesprekspartner.”
“ [werknemer] maakt een fout, is open en eerlijk; DELA reageert: direct ‘laatste waarschuwing en dreigen met ontslag’; geen aandacht voor rol assistent-invoer; intimidatie bij ondervraging; “laat de zaak rusten, [werknemer] , zet er een punt achter”; het gaat hier om een fout met ‘mensen’; geheimzinnigheid; geen informatie geven; geen gedegen onderzoek; hiërarchie dekt zichzelf; de medewerker slachtofferen; zelf niet open staan voor kritiek; Ik voel mij anders genoodzaakt andere wegen te zoeken om gehoord en gezien te worden.”
“haar situatie m.b.t. as-vermenging van 7 oktober”. In dit e-mailbericht wijst zij op de rol van [assistent 2] :
“Als [assistent 2] zijn functie juist had uitgevoerd had hij mij, [werknemer] , kunnen behoeden voor de fatale ruiming door simpelweg de as-lade te schuiven. (…) Toch krijg ik van [manager 2] , (…) alle schuld in de schoenen geschoven.”Ook wijst de werknemer op de protocollen die niet eenduidig zouden zijn en het gebrekkige beveiligingssysteem waardoor de oven vrijgegeven kan worden terwijl de as-trechter nog vol is.
“Je trekt je uitnodiging nu alweer in. Waarom? Angst? (…) Ik had meer van een […] van DELA verwacht. Jammer. (…).”
“doofpotcultuur waarin zaken als angstcultuur, intimidatie, machtsmisbruik een belangrijke rol spelen.”Het mediationtraject bij mediator [mediator 2] is zonder oplossing beëindigd.
“De managementstijl, machtsmisbruik en misstanden passen bij een doofpotcultuur. (…) Ik ben oneerlijk door DELA behandeld en geslachtofferd. Ik voel me daarin gekwetst. Deze situatie is maatschappelijk gezien ongewenst, maar mag het daglicht niet zien. DIT IS HET VERHAAL DAT DELA NU JUIST NIET WIL HOREN EN NIET WIL ZIEN.
“Beste [werknemer] , of wellicht dat ik beter kan zeggen beste [partner werknemer] . Want het gesprek op 30 maart was geen gesprek tussen jou en mij, maar tussen jouw partner [partner werknemer] en mijzelf. (…) Voor mij is het zaak dat ik deze kwestie tot op de bodem zou willen uitzoeken. Derhalve heb ik voorgesteld om een nieuwe bijeenkomst te beleggen in aanwezigheid van alle stakeholders, zodat ter plekke hoor en wederhoor kan worden toegepast.”
“In navolging op de laatste communicatie, waarin het aanbod is gedaan om wederom in een andere samenstelling het gesprek aan te gaan, hebben wij geen reactie meer gekregen. (…) Jouw laatste reactie op 1 april, en het niet ingaan op het voorstel om wederom met elkaar in gesprek te gaan, heeft evenwel duidelijk gemaakt dat er sprake is van een duurzaam ernstig verstoorde arbeidsverhouding (…). Derhalve geven wij hierbij, onder voorbehoud van alle rechten en weren, te kennen de arbeidsovereenkomst te willen beëindigen, Bij voorkeur middels een vaststellingsovereenkomst, zo nodig middels een daartoe strekkend verzoek aan de Kantonrechter. (…)”
“Tot op heden is op diverse lagen in de organisatie niet serieus ingegaan op mijn situatie en wens gehoord en gezien te worden. (…) De aard van mijn ziektebeeld (o.a. trauma, burn-out en rouwproces) is verwijtbaar aan DELA. Ik ben ernstig ziek geworden door DELA en herstel vergt geruime tijd. (…) Indien DELA tot een vaststellingsovereenkomst wil komen wacht ik een passend voorstel af.” De werkgever heeft vervolgens op 27 mei 2022 een voorstel gedaan om de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen onder toekenning van een vergoeding van € 20.000,00.
“De door [collega 2] voorgestelde vaststellingsovereenkomst is volledig ongepast en houdt op geen enkele wijze rekening met de situatie waarin DELA mij heeft geplaatst. (…) In een voorkomende procedure bij de Kantonrechter, zoals [collega 2] die aankondigt, zal ik genoodzaakt zijn mijn situatie, ‘de kwestie’ waaronder ook het wegmaken van bot- en asresten en as-vermenging (Wlb) en de verwijtbaarheid grondig en uitgebreid in verweer openbaar aan de orde stellen.”
3.Het verzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
in de zaak van het verzoek
“blijft steken bij ellenlange betogen door [partner werknemer] , vol aannames, insinuaties en dreiging.”[collega 3] laat weten het gesprek te hebben afgebroken omdat de toon waarop werd gesproken niet als passend werd ervaren (productie 32 verzoekschrift). Ook de [afdeling HRM] [collega 5] schrijft (productie 38 aan zijde werkgever):
“Meneer was erg onvriendelijk en dwingend aan de lijn. Voor aangedragen oplossingen of voorstellen stond hij niet open waardoor ik mezelf onprettig voelde en schrok van de manier waarop. Zijn toon was alles behalve vriendelijk.”Het gedrag kan de werknemer worden verweten omdat zij verantwoordelijk is voor het gedrag van haar partner. Hierbij tekent de kantonrechter aan dat de gemachtigde van de werknemer volgens haar declaratie (productie 45 aan zijde werknemer) al sinds januari 2022 nauw bij de zaak is betrokken. Ook de gemachtigde van de werknemer heeft kennelijk geen kans gezien de toon in de e-mailberichten te matigen en het vuurtje te dempen in plaats van op te poken.
ernstigverwijtbaar handelen. Deze vaststelling heeft gevolg voor de opzegtermijn en de transitievergoeding. Er zal geen ontbinding op kortst mogelijke termijn wordt uitgesproken en er zal niet voor recht worden verklaard dat geen aanspraak bestaat op een transitievergoeding.
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Een dergelijke situatie doet zich hier niet voor. Daarover wordt het volgende overwogen.
“andere wegen te zoeken om gehoord en gezien te worden”en gewaarschuwd
“het wegmaken van bot- en asresten en as-vermenging (…) uitgebreid in verweer openbaar aan de orde te stellen”.