ECLI:NL:RBDHA:2022:15387
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen het uitblijven van een beslissing door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op haar aanvraag van 20 september 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris niet binnen de wettelijk vereiste termijn van zes maanden heeft beslist, zoals voorgeschreven in artikel 42 van de Vreemdelingenwet 2000. Eiseres heeft de Staatssecretaris op 6 april 2022 in gebreke gesteld, maar er is nog steeds geen besluit genomen. De rechtbank heeft daarom geoordeeld dat het beroep gegrond is en heeft de Staatssecretaris opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een beslissing te nemen.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat de Staatssecretaris een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft ook de hoogte van de dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, die verschuldigd is vanaf 5 april 2022 tot 17 mei 2022. Eiseres heeft recht op vergoeding van het door haar betaalde griffierecht van € 184,- en de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 379,50. De uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn op 11 november 2022 en is openbaar uitgesproken.