ECLI:NL:RBDHA:2022:15474
Rechtbank Den Haag
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking beroep wegens tijdige beslissing van verweerder
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 november 2022 uitspraak gedaan over een verzoek van de eiser om vergoeding van proceskosten. De eiser, vertegenwoordigd door mr. S. Oukil, had beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid omdat deze niet tijdig had beslist op zijn aanvraag. Op 10 oktober 2022 heeft de verweerder alsnog een beslissing genomen, waarna de eiser zijn beroep heeft ingetrokken en verzocht om vergoeding van de gemaakte proceskosten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verweerder de proceskosten moet vergoeden, omdat de beslissing pas na het indienen van het beroep is genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser recht heeft op een vergoeding van € 379,50, gebaseerd op de kosten voor het indienen van het beroepschrift, met inachtneming van een wegingsfactor van 0,5, aangezien de zaak enkel betrekking had op de overschrijding van de beslistermijn. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit in deze zaak niet nodig was volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak is openbaar gemaakt en de eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.