ECLI:NL:RBDHA:2022:15569
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake verblijfsvergunning voor gezinshereniging
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 augustus 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een Chinese nationaliteit, had een aanvraag ingediend om haar verblijfsvergunning te wijzigen naar een verblijfsvergunning voor het doel 'verblijf als gezins- of familielid bij R.R. Ricardo'. Het primaire besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, gedateerd 24 juni 2021, wees deze aanvraag af. Het bezwaar tegen dit besluit werd op 16 december 2021 ongegrond verklaard door de verweerder. Verzoekster heeft vervolgens de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Tijdens de zitting op 8 augustus 2022 is verzoekster verschenen, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen connexe bodemprocedure aan het verzoek ten grondslag lag. Dit betekent dat er geen lopende procedure was die verband hield met het verzoek om voorlopige voorziening. De rechtbank heeft wel het verzoek van verzoekster om vrijstelling van het griffierecht toegewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.