ECLI:NL:RBDHA:2022:15569

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 augustus 2022
Publicatiedatum
27 februari 2023
Zaaknummer
22/194
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake verblijfsvergunning voor gezinshereniging

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 augustus 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een Chinese nationaliteit, had een aanvraag ingediend om haar verblijfsvergunning te wijzigen naar een verblijfsvergunning voor het doel 'verblijf als gezins- of familielid bij R.R. Ricardo'. Het primaire besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, gedateerd 24 juni 2021, wees deze aanvraag af. Het bezwaar tegen dit besluit werd op 16 december 2021 ongegrond verklaard door de verweerder. Verzoekster heeft vervolgens de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Tijdens de zitting op 8 augustus 2022 is verzoekster verschenen, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen connexe bodemprocedure aan het verzoek ten grondslag lag. Dit betekent dat er geen lopende procedure was die verband hield met het verzoek om voorlopige voorziening. De rechtbank heeft wel het verzoek van verzoekster om vrijstelling van het griffierecht toegewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 22/194
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 8 augustus 2022 in de zaak tussen

[verzoekster] , verzoekster

V-nummer: [V-nummer]
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: J.H.A. van Eijk).

Procesverloop

In het besluit van 24 juni 2021 (primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag voor het wijzigen van het doel van verzoeksters verblijfsvergunning in een verblijfsvergunning voor het verblijfsdoel ‘verblijf als gezins- of familielid bij R.R. Ricardo’ afgewezen.
In het besluit van 16 december 2021 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoekster tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Verzoekster heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 augustus 2022. Verzoekster is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. Verzoekster heeft verzocht om vrijstelling van het betalen van het griffierecht. De rechtbank ziet aanleiding om dit verzoek toe te wijzen.
2. Verzoekster heeft de Chinese nationaliteit en is geboren op [geboortedatum] 1989.
3. De voorzieningenrechter stelt vast dat tegen het besluit van 16 december 2021 alleen een verzoek om een voorlopige voorziening is ingediend. Er is dus geen connexe bodemprocedure. Alleen als dat wel het geval is, kan iemand een verzoek om een voorlopige voorziening doen. Het verzoek is daarom niet-ontvankelijk.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.M. Dijksterhuis, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. L.L. Hol, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 8 augustus 2022
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.