Uitspraak
[eisers] e.a., te [woonplaats], eisers
.
[derde-partij] B.V.
Procedure
- het beroepschrift van 24 augustus 2022, ingekomen op 24 augustus 2022:
- de door eiser [eisers] ingezonden volmachten van de overige eisers.
Rechtbank Den Haag
In deze bestuursrechtelijke zaak, geregistreerd onder zaaknummer SGR 22/5237, heeft de Rechtbank Den Haag op 21 september 2022 een doorverwijzingsuitspraak gedaan. De zaak betreft een beroep dat op 24 augustus 2022 is ingediend door eisers, waaronder een rechter van de rechtbank Den Haag. Vanwege deze betrokkenheid van de rechtbank, zoals bedoeld in artikel 46b van de Wet op de rechterlijke organisatie, heeft de rechtbank besloten dat het wenselijk is om de behandeling van de zaak over te dragen aan een andere rechtbank. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers, die in deze procedure gezamenlijk optreden, volmachten hebben ingediend en dat de betrokkenheid van de rechter een objectieve reden vormt om de zaak niet door de eigen rechtbank te laten behandelen. De rechtbank heeft daarom ambtshalve besloten de zaak door te verwijzen naar de Rechtbank Rotterdam voor verdere behandeling. De beslissing is openbaar uitgesproken en de griffier was verhinderd om te tekenen. Tegen deze tussenuitspraak staat nog geen hoger beroep open, maar het is mogelijk om hoger beroep in te stellen gelijktijdig met een eventuele einduitspraak in deze zaak.