ECLI:NL:RBDHA:2022:15607
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.G. Nicholson
- J.M.T. Zoon
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van proceskosten in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 december 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om vergoeding van proceskosten door verzoeker, die in beroep was gegaan tegen het niet tijdig beslissen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op zijn aanvraag. Verzoeker had op 4 april 2022 beroep ingesteld omdat er geen tijdige beslissing was genomen. Op 10 mei 2022 heeft verweerder alsnog een beslissing genomen, waarna verzoeker zijn beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit heeft ingetrokken en de rechtbank heeft verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verweerder heeft geen bezwaar gemaakt tegen de vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker recht heeft op een vergoeding van € 379,50, omdat verweerder pas na het indienen van het beroep een beslissing heeft genomen. Dit bedrag is vastgesteld op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb), waarbij rekening is gehouden met de inschakeling van een professionele juridische hulpverlener en de wegingsfactor van 0,5, aangezien de zaak enkel betrekking had op de overschrijding van de beslistermijn. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoeker tot het genoemde bedrag. De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van J.M.T. Zoon, griffier, en is openbaar gemaakt op 6 december 2022.