Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/633655 / JE RK 22-1700
Datum uitspraak: 13 maart 2023
Beschikking van de kinderrechter
Verlenging machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak naar aanleiding van het op 11 augustus 2022 ingekomen verzoekschrift van:
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (hierna te noemen: de gecertificeerde instelling),
betreffende:
- [minderjarige01] ,geboren op [geboortedatum01] 2020 te
[geboorteplaats01] , hierna te noemen: [minderjarige01] ;
- [minderjarige02]geboren op [geboortedatum02] 2021 te [geboorteplaats01] ,
hierna te noemen: [minderjarige02] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[de vrouw01] ,
hierna te noemen: de moeder,
met een briefadres te [plaats01] .
Het procesverloop
Bij beschikking d.d. 22 september 2022 van de kinderrechter in deze rechtbank is de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] en [minderjarige02] verlengd van 28 september 2022 tot 28 september 2023 alsmede de machtiging verlengd [minderjarige01] en [minderjarige02] dag en nacht uit huis te plaatsen in een voorziening voor pleegzorg van 28 september 2022 tot 28 maart 2023. De behandeling van het verzoek is voor het overige aangehouden.
De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder thans ook:
- voornoemde beschikking d.d. 22 september 2022;
- de onttrekkingsbrief van de advocaat van de moeder d.d. 10 oktober 2022.
Op 13 maart 2023 is de behandeling van de zaak ter zitting met gesloten deuren voortgezet. Daarbij is verschenen:
- [naam01] , namens de gecertificeerde instelling.
De moeder is conform de wettelijke vereisten opgeroepen, maar niet verschenen.
Feiten
Voor de feiten verwijst de kinderrechter naar de beschikking van 22 september 2022.
Verzoek
Het aangehouden deel van het verzoek strekt tot verlenging van de machtiging uithuisplaatsing van [minderjarige01] en [minderjarige02] in een voorziening voor pleegzorg voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 28 september 2023.
De gecertificeerde instelling heeft het verzoek ter zitting als volgt toegelicht. Er is nog steeds sprake van veel instabiliteit in de verschillende levensgebieden van de moeder. Ze heeft in de afgelopen periode op verschillende plekken gewoond en heeft geen vaste woning. Een verblijf bij de Kessler Stichting is niet doorgegaan omdat de moeder haar afspraken niet nakwam en behandeling voor haar cannabisverslaving is niet van de grond gekomen omdat ze hier niet voor openstaat. Met het Leger des Heils wordt nu gekeken of de moeder een woning kan krijgen via Housing First. [minderjarige01] en [minderjarige02] verblijven inmiddels – na een overplaatsing kort na de zitting van 22 september 2022 – in een perspectief biedend pleeggezin. Ze ontwikkelen zich daar positief en hechten zich goed aan de pleegouders. Afgelopen november is er gestart met één keer per maand begeleide omgang tussen de moeder en de kinderen. De samenwerking tussen de moeder en het LET verloopt redelijk goed. De begeleiding is nodig omdat de moeder onvoldoende overzicht heeft en ondersteuning nodig heeft. De pleegouders willen de moeder graag betrekken in het contact, maar op dit moment is omgang bij de pleegouders thuis nog niet haalbaar vanwege de instabiliteit van de moeder. Onlangs heeft de moeder aangegeven dat ze wil dat de kinderen weer bij haar komen wonen. De komende periode zal de gecertificeerde instelling een verzoek tot onderzoek indienen bij de Raad. De ernstige zorgen over de instabiliteit bij de moeder die ten grondslag lagen aan het verzoek tot de verlenging van de machtiging uithuisplaatsing zijn in de afgelopen zes maanden niet verminderd. Verlenging van de machtiging uithuisplaatsing is daarom nodig.
Beoordeling
De kinderrechter is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter zitting naar voren is gekomen, van oordeel dat de in artikel 1:265b, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek genoemde gronden voor een machtiging tot uithuisplaatsing nog aanwezig zijn.
Daarbij overweegt de kinderrechter dat de zorgen over de ontwikkeling van [minderjarige01] en [minderjarige02] die ten grondslag lagen aan de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing en zoals die zijn opgenomen in de beschikking van 22 september 2022 de afgelopen periode niet zijn verminderd. De situatie van de moeder is onveranderd waardoor er nog steeds sprake is van veel instabiliteit op de verschillende leefgebieden. Zo heeft de moeder nog steeds geen vaste woning en is behandeling van haar cannabisverslaving niet van de grond gekomen. De moeder is hierdoor niet in staat om [minderjarige01] en [minderjarige02] een veilige en stabiele opvoedomgeving te bieden. [minderjarige01] en [minderjarige02] zijn inmiddels overgeplaatst naar een perspectief biedend pleeggezin waar hen de veiligheid, rust en structuur wordt geboden die zij nodig hebben. Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing is daarom nodig voor de resterende duur van zes maanden.
Daarom zal als volgt worden beslist.
Beslissing
De kinderrechter:
verlengt de aan William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering verleende machtiging [minderjarige01] en [minderjarige02] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een voorziening voor pleegzorg van 28 maart 2023 tot 28 september 2023, zijnde de duur van de ondertoezichtstelling;
verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 13 maart 2023 door mr. B. Martinez-Hammer, kinderrechter, in tegenwoordigheid van M. van Leeuwen als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 28 maart 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.