ECLI:NL:RBDHA:2022:15919
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van proceskosten in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 18 november 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om vergoeding van proceskosten door verzoeker, vertegenwoordigd door mr. S.R. Nohar. Verzoeker had in beroep gegaan tegen het niet tijdig beslissen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op zijn aanvraag. Na het indienen van het beroep heeft verweerder alsnog een beslissing genomen, waarna verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft besloten dat, omdat verweerder pas na het indienen van het beroep een beslissing heeft genomen, verzoeker recht heeft op vergoeding van de gemaakte proceskosten. Verweerder heeft geen bezwaar gemaakt tegen dit verzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de zaak enkel betrekking had op de overschrijding van de beslistermijn, wat heeft geleid tot een lagere vergoeding. Uiteindelijk is er een bedrag van € 379,50 toegekend aan verzoeker, gebaseerd op de inschakeling van een professionele juridische hulpverlener. De beslissing is openbaar uitgesproken en bekendgemaakt op dezelfde datum.