ECLI:NL:RBDHA:2022:15921
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van proceskosten in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 november 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om vergoeding van proceskosten door verzoeker, vertegenwoordigd door mr. T. Der Bedrosian. Verzoeker had in beroep gegaan tegen het niet tijdig beslissen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op zijn aanvraag. Nadat verzoeker in beroep was gegaan, heeft verweerder alsnog een beslissing genomen, waarna verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft overwogen dat, omdat verweerder pas na het indienen van het beroep een beslissing heeft genomen, verzoeker recht heeft op vergoeding van de gemaakte proceskosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een vast bedrag aan proceskosten vergoed moet worden, omdat verzoeker een professionele juridische hulpverlener heeft ingeschakeld. De rechtbank heeft echter ook rekening gehouden met het feit dat de zaak enkel betrekking had op de overschrijding van de beslistermijn, wat heeft geleid tot een lagere vergoeding. Uiteindelijk is de vergoeding vastgesteld op € 379,50, gebaseerd op de waarde per punt en de wegingsfactor. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan verzoeker.