ECLI:NL:RBDHA:2022:15983

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 november 2022
Publicatiedatum
12 juli 2023
Zaaknummer
AWB 22/589
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens niet-betaling griffierecht

Op 10 november 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 22/589, waarbij eiser in beroep ging tegen een onbekend besluit. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was. Eiser had het griffierecht van € 184,- niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kon behandelen. De rechtbank heeft eiser op 5 juli 2022 een nota van het griffierecht gestuurd en verzocht om betaling binnen vier weken. Vervolgens is op 26 september 2022 een aangetekende brief verzonden met een tweede verzoek om betaling binnen twee weken. Aangezien het griffierecht niet was ontvangen en eiser geen geldige reden had gegeven voor de niet-betaling, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep niet inhoudelijk kon worden behandeld. De rechtbank verklaart het beroep kennelijk niet-ontvankelijk en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter M. Eversteijn, in aanwezigheid van griffier I.J. Tiktak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 22/589

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 november 2022 in de zaak tussen

[eiser] , eiser,

(gemachtigde: S. Loukili),
en

onbekende verweerder, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser tegen een onbekend besluit.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Eiser heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Awb. In dit geval is het griffierecht € 184,- .
3. Als het griffierecht niet wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiser op 5 juli 2022 de nota van het griffierecht, met dagtekening van 30 juni 2022, per e-mail gestuurd en aan eiser verzocht om binnen vier weken het griffierecht te betalen. Daarna is op 26 september 2022 een aangetekende brief gestuurd met nogmaals het verzoek om het griffierecht binnen twee weken na dagtekening van deze brief te betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiser heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, rechter, in aanwezigheid van I.J. Tiktak, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 10 november 2022.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.