ECLI:NL:RBDHA:2022:15983
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens niet-betaling griffierecht
Op 10 november 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 22/589, waarbij eiser in beroep ging tegen een onbekend besluit. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was. Eiser had het griffierecht van € 184,- niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kon behandelen. De rechtbank heeft eiser op 5 juli 2022 een nota van het griffierecht gestuurd en verzocht om betaling binnen vier weken. Vervolgens is op 26 september 2022 een aangetekende brief verzonden met een tweede verzoek om betaling binnen twee weken. Aangezien het griffierecht niet was ontvangen en eiser geen geldige reden had gegeven voor de niet-betaling, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep niet inhoudelijk kon worden behandeld. De rechtbank verklaart het beroep kennelijk niet-ontvankelijk en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter M. Eversteijn, in aanwezigheid van griffier I.J. Tiktak.