ECLI:NL:RBDHA:2022:1603

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 februari 2022
Publicatiedatum
1 maart 2022
Zaaknummer
C/09/601737 / HA ZA 20-1047
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade door tripsen in de kas van eiseres

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, vordert eiseres, een V.O.F. die Cymbidiums teelt, schadevergoeding van Rijk Zwaan Production B.V. en Zaadteelt B.V. wegens schade veroorzaakt door een tripsplaag in haar kas. De eiseres stelt dat de tripsen afkomstig zijn uit de door gedaagde 2 gehuurde kas, waar onvoldoende maatregelen zijn genomen om de plaag te bestrijden. De rechtbank heeft op 16 februari 2022 een tussenuitspraak gedaan, waarbij eiseres is opgedragen te bewijzen dat de tripsen vanuit de door gedaagde 2 gehuurde kas naar haar kas zijn overgevlogen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er begin augustus 2019 tripsen in de kas van eiseres zijn aangetroffen, maar dat de gedaagden betwisten dat deze tripsen de schade hebben veroorzaakt. De rechtbank heeft de bewijsopdracht aan eiseres gegeven, omdat zij de stelplicht en bewijslast draagt. De rechtbank heeft ook overwogen dat de waarschuwingsplicht rustte op gedaagde 2, en niet op Rijk Zwaan, omdat laatstgenoemde niet betrokken was bij het dagelijkse reilen en zeilen in de door gedaagde 2 gehuurde kas. De zaak is aangehouden voor verdere bewijsvoering.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/601737 / HA ZA 20-1047
Vonnis van 16 februari 2022
in de zaak van
V.O.F. FA. [eiseres] & ZN., gevestigd te [plaats 1] ,
eiseres,
advocaat mr. L.H.H. Verhoeven te Tilburg,
tegen

1.RIJK ZWAAN PRODUCTION B.V., gevestigd te De Lier, gemeente Westland,

gedaagde,
advocaat mr. M. Buitelaar te Naaldwijk, gemeente Westland,
2.
[gedaagde 2] ZAADTEELT B.V., gevestigd te [plaats 3],
gedaagde,
advocaat mr. E.H. Verweij te Apeldoorn.
Partijen worden hierna [eiseres] , Rijk Zwaan en [gedaagde 2] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bevat de volgende stukken:
  • de dagvaarding met producties van 21 oktober 2020;
  • de conclusie van antwoord met producties namens Rijk Zwaan;
  • de conclusie van antwoord met producties namens [gedaagde 2];
  • het tussenvonnis van 29 december 2021;
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 7 januari 2022.
1.2.
Het proces-verbaal van de mondelinge behandeling is na afloop van de zitting opgemaakt. Partijen hebben hierop per brief mogen reageren voor zover er sprake zou zijn van een verkeerde weergave van de feiten. [gedaagde 2] heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt bij e-mail van 26 januari 2022 en Rijk Zwaan bij brief van 10 februari 2022. Deze documenten zijn aan het dossier toegevoegd. De rechtbank heeft de gemaakte opmerkingen betrokken bij de beoordeling van de zaak, voor zover het correcties van feitelijke aard betreft.
1.3.
Ten slotte is een datum voor het wijzen van vonnis bepaald.

2.Waar gaat het in deze procedure om

2.1.
[eiseres] vindt dat Rijk Zwaan en [gedaagde 2] verantwoordelijk zijn voor schade die in haar kas is ontstaan door de aanwezigheid van Californische tripsen, een soort insecten (hierna te noemen tripsen). [eiseres] vordert in verband hiermee van Rijk Zwaan en [gedaagde 2] een schadevergoeding van € 90.125,63 te vermeerderen met rente, een bedrag van € 1.892,37 aan door haar gemaakte kosten voor het inschakelen van een deskundige en een bedrag van € 1.676,26 aan buitengerechtelijke incassokosten.
2.2.
[eiseres] houdt zich bezig met de teelt van Cymbidiums – een soort orchideeën – in een kas aan het adres [adres 1] te [plaats 2] .
Rijk Zwaan is een internationaal groenveredelingsbedrijf. Zij houdt zich vooral bezig met de teelt en productie van groentezaden. Hierbij werkt zij samen met zaadtelers, zoals [gedaagde 2].
Rijk Zwaan en [gedaagde 2] hebben een mantelovereenkomst gesloten voor de productie van zaad. Onder deze overeenkomst voert [gedaagde 2] productieopdrachten uit. In 2019 heeft Rijk Zwaan [gedaagde 2] ingeschakeld om in een kas aan het adres [adres 2] te [plaats 2] sla en spinazie te telen voor de zaadproductie. [gedaagde 2] huurt deze kas van een derde. Hierna wordt naar deze kas verwezen als de door [gedaagde 2] gehuurde kas.
2.3.
De kas van [eiseres] en de door [gedaagde 2] gehuurde kas bevinden zich naast elkaar. Tussen beide kassen bevindt zich een vijf meter brede asfaltweg.
2.4.
Op 5 augustus 2019 ontdekte [eiseres] op vangplaten in haar kas enkele tientallen tripsen. Deze tripsen hebben schade veroorzaakt aan de Cymbidiums die [eiseres] op dat moment in de kas kweekte. Tripsen zijn schadelijk voor bloemen en planten omdat zij zich voeden met sappen uit de cellen van bloemen en planten en daarbij de bloemen en planten beschadigen. Tripsen kunnen vliegen, maar niet erg ver. Ze kunnen wel meegevoerd worden met de wind. In de kassen worden vangplaten met aan beide zijden een sterke kleefstof opgehangen om insecten te vangen. De insecten worden aangetrokken door de kleur van deze vangplaten en vervolgens blijven ze eraan vastplakken.
2.5.
De stelling van [eiseres] is dat in de door [gedaagde 2] gehuurde kas door onvoldoende ingrijpen van de kant van [gedaagde 2] en Rijk Zwaan een zeer groot aantal tripsen aanwezig was, die op 3 en 4 augustus 2019 door het trekken van spinazieplanten zijn verstoord, vervolgens met de wind zijn meegevoerd naar de kas van [eiseres] en daar schade aan de Cymbidiums van [eiseres] hebben veroorzaakt.
2.6.
Rijk Zwaan en [gedaagde 2] betwisten niet dat er begin augustus 2019 wat tripsen waren in de door [gedaagde 2] gehuurde kas. Zij betwisten wel dat er zoveel tripsen aanwezig waren dat deze naar de kas van [eiseres] kunnen zijn gevlogen of gewaaid en daar de gestelde schade kunnen hebben veroorzaakt. Verder voeren ze aan dat het bovendien niet uitmaakt of er veel of weinig tripsen in de door [gedaagde 2] gehuurde kas aanwezig waren, omdat de spinazieplanten die op 3 augustus 2019 werden getrokken al dood waren. Op dode spinazieplanten zitten volgens hen geen tripsen (meer). Het trekken van de dode spinazieplanten kan dan ook geen trek naar de kas van [eiseres] in gang hebben gezet.Voor zover er toch nog tripsen op de dode spinazieplanten zaten, dan zijn die na de verstoring door het trekken op de naburige sla neergestreken en niet overgewaaid naar de kas van [eiseres] .
2.7.
De rechtbank zal aan [eiseres] , kort samengevat, opdragen te bewijzen dat tripsen vanuit de door [gedaagde 2] gehuurde kas zijn terechtgekomen in de kas van [eiseres] . Elke verdere beslissing zal de rechtbank aanhouden. Zij licht dit oordeel als volgt toe.

3.De beoordeling

Vaststaande feiten

3.1.
Tussen partijen staat het volgende vast:
  • Er waren in juli en augustus 2019 tripsen in de door [gedaagde 2] gehuurde kas;
  • Na begin juli 2019 is er in de door [gedaagde 2] gehuurde kas niet meer gespoten tegen insecten tot na 5 augustus 2019;
  • In de door [gedaagde 2] gehuurde kas zijn op 3 en 5 augustus 2019 spinazieplanten getrokken;
  • Rijk Zwaan noch [gedaagde 2] heeft [eiseres] gewaarschuwd dat zij spinazieplanten gingen trekken;
  • De wind stond op 3 en 4 augustus 2019 uit de richting van de door [gedaagde 2] gehuurde kas richting de kas van [eiseres] ;
  • Op 5 augustus 2019 werden in de kas van [eiseres] tripsen aangetroffen;
  • Na 5 augustus 2019 hebben Rijk Zwaan en [gedaagde 2] de gewassen in de door [gedaagde 2] gehuurde kas drie keer behandeld tegen tripsen;
  • [gedaagde 2] heeft alleen in 2019 de kas aan de [adres 2] te [plaats 2] gehuurd en daar groente geteeld. In de jaren daarvoor en daarna heeft zij deze kas niet gehuurd;
  • [eiseres] heeft alleen in 2019 last gehad van tripsen. In de jaren daarvoor en daarna niet.
Stellingen van [eiseres]
3.2.
[eiseres] baseert haar vordering op de vaststaande feiten en verder op de volgende stellingen.
Met betrekking tot haar eigen kas en haar eigen handelen:
  • Tot 5 augustus 2019 heeft [eiseres] in haar kassen geen tripsen aangetroffen. Zij heeft 240 vangplaten hangen en controleert daarnaast de planten op de aanwezigheid van tripsen;
  • De tripsen die zij op 5 augustus 2019 ontdekte zaten met name aan de kant van de door [gedaagde 2] gehuurde kas. Op sommige vangplaten zaten tot 80 tripsen.
  • Ook na 5 augustus bleven de tripsen komen, met name aan de kant van de door [gedaagde 2] gehuurde kas.
Met betrekking tot de door [gedaagde 2] gehuurde kas en het handelen van Rijk Zwaan en [gedaagde 2]:
  • Na 5 augustus hebben vennoten van [eiseres] bezoeken gebracht aan de omliggende kassen. Zij mochten overal binnenkomen, en hebben geconstateerd dat daar geen tripsen waren. Alleen Rijk Zwaan en [gedaagde 2] weigerden toegang tot de door [gedaagde 2] gehuurde kas;
  • Er zaten begin augustus 2019 niet slechts enkele tripsen in de kas van [gedaagde 2], maar er zaten heel veel tripsen in de door [gedaagde 2] gehuurde kas, er was sprake van een plaag van tripsen;
  • De tripsen zaten op 3 augustus 2019 ook nog in de spinazieplanten en zij zijn verstoord toen de spinazieplanten in de kas werden getrokken;
  • De tripsen zijn in het weekend van 3 en 4 augustus 2019 op de wind meegevoerd naar de kas van [eiseres] en hebben daar schade veroorzaakt aan de Cymbidiums van [eiseres] .
3.3.
[eiseres] voelt zich in haar vordering gesterkt door de rapporten van drie deskundigen die haar conclusie dat de tripsen afkomstig zijn uit de door [gedaagde 2] gehuurde kas ondersteunen.
Onrechtmatige handelen van Rijk Zwaan en [gedaagde 2]?
Artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek
3.4.
Artikel 6:162 van het Burgerlijke Wetboek (BW) beschrijft wanneer naar Nederlands recht sprake is van onrechtmatig handelen. Daarvan kan sprake zijn bij inbreuk op een recht of bij een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Partijen zijn het erover eens dat [eiseres] aan Rijk Zwaan en [gedaagde 2] niet verwijt dat ze inbreuk hebben gemaakt op een recht of dat ze een wettelijke plicht hebben geschonden. Blijft over een handelen in strijd met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt. Hiervan kan sprake zijn als handelen of nalaten van Rijk Zwaan en [gedaagde 2] de kans op het ontstaan van schade bij [eiseres] heeft vergroot.
3.5.
Bij de beantwoording van de vraag of daarvan sprake is moet worden gelet op de kans op schade, maar ook op de aard van de gedraging, de aard en ernst van de eventuele schade en de bezwaarlijkheid en gebruikelijkheid van het nemen van voorzorgsmaatregelen (vergelijk Hoge Raad 5 november 1965, ECLI:NL:1965:AB7079). Later heeft de Hoge Raad op dit punt nog overwogen dat niet al sprake is van een onrechtmatige daad als een bepaald gedrag mogelijk schade zal veroorzaken bij een ander. Daarvan is alleen sprake als het zo waarschijnlijk is dat een bepaald gedrag schade zal veroorzaken, dat de zorgvuldigheid meebrengt dat iemand zich onthoudt van dat gedrag. (HR 7 april 2006 ECLI:NL:HR:2006:AU6934; vergelijk HR 9 december 1994, nr. 15527, NJ 1996, 403 [1] )
3.6.
De rechtbank moet aan de hand van het hiervoor in 3.5. gestelde criterium beoordelen of Rijk Zwaan en/of [gedaagde 2] onrechtmatig hebben gehandeld.
Het is algemeen bekend dat tripsen schade veroorzaken aan gewas. De kans dat een grote hoeveelheid tripsen die opeens een kas binnenkomt, schade veroorzaakt aan het daar aanwezige gewas is groot. Het is verder voor een ondernemer een kleine moeite om exploitanten van omliggende kassen te waarschuwen op het moment dat de ondernemer in zijn/haar kas activiteiten gaat uitvoeren waarbij aanwezige tripsen worden verstoord.
Een en ander betekent dat (i) als in de door [gedaagde 2] gehuurde kas sprake was van een grote hoeveelheid tripsen als gevolg van een tripsplaag, (ii) waarbij de aanwezige tripsen door het trekken van de spinazieplanten werden verstoord en (iii) een weg konden vinden naar de kas van [eiseres] , het op de weg van [gedaagde 2] had gelegen om [eiseres] te waarschuwen dat de spinazieplanten werden getrokken. Door de waarschuwing had [eiseres] haar gewas kunnen beschermen tegen het invliegen van tripsen. Onrechtmatig is dus niet de omstandigheid dat [gedaagde 2] mogelijk tripsen in haar kas niet heeft bestreden, maar dat onder de gestelde omstandigheden [eiseres] niet is gewaarschuwd.
3.7.
[eiseres] heeft gesteld dat bescherming van haar gewas mogelijk was geweest, als ze had geweten van het mogelijke invliegen van veel tripsen. Zij had dan de ramen van haar kas kunnen sluiten. Rijk Zwaan en [gedaagde 2] hebben hiertegen ingebracht dat bescherming niet had gekund omdat [eiseres] de ramen van de kas in verband met de temperatuur niet had kunnen sluiten. Aan dit verwijt van Rijk Zwaan en [gedaagde 2] gaat de rechtbank vooralsnog voorbij. [eiseres] had iets kunnen doen als ze eerder had geweten van het mogelijk invliegen van tripsen, al was het maar het eerder bestrijden ervan. Bij de eventuele beoordeling van de hoogte van de schade, kunnen Rijk Zwaan en [gedaagde 2] nog aanvoeren dat en welk gedeelte van de schade niet vermeden had kunnen worden.
3.8.
De waarschuwingsplicht rustte alleen op [gedaagde 2] en niet op Rijk Zwaan. Niet is gesteld of anderszins gebleken dat Rijk Zwaan betrokken was bij het dagelijkse reilen en zeilen in de door [gedaagde 2] gehuurde kas. Evenmin is toegelicht waarom desondanks op Rijk Zwaan de plicht rustte om [eiseres] te waarschuwen op het moment dat de spinazieplanten werden getrokken.
Artikel 6:171 BW
3.9.
[eiseres] doet voor wat betreft de aansprakelijkheid van Rijk Zwaan ook nog een beroep op artikel 6:171 BW. Dit artikel bepaalt dat als een niet ondergeschikte [in dit geval [gedaagde 2]] die in opdracht van een ander [in dit geval Rijk Zwaan] werkzaamheden ter uitoefening van diens bedrijf verricht, jegens een derde [in dit geval [eiseres] ] aansprakelijk is voor een bij die werkzaamheden begane fout, ook die ander [in dit geval Rijk Zwaan] voor die schade aansprakelijk is.
Dit artikel moet restrictief worden uitgelegd en is geschreven voor een situatie waarin het voor een buitenstaander onduidelijk is wie voor wat verantwoordelijk is en tot wie hij zich in verband daarmee nu eigenlijk moet richten. Het artikel is verder ook van toepassing indien wel duidelijk is dat de schade is veroorzaakt door een fout van een niet-ondergeschikte.
3.10.
Tussen partijen staat vast dat Rijk Zwaan de eigenaar was van de spinazieplanten en slaplanten waarover het in deze procedure onder meer gaat. Rijk Zwaan heeft zelf in de conclusie van antwoord geschreven dat zij een groenteveredelingsbedrijf exploiteert waarbij zij zowel nationaal als internationaal zaden levert. Zij heeft eveneens in haar conclusie van antwoord geschreven dat zij zich vooral bezighoudt met de teelt en productie van groentezaden en daarbij samenwerkt met telers. De betrokken telers zijn gespecialiseerd in de teelt van groentegewassen en de productie van zaden van deze gewassen. Ten behoeve van de uitvoering van de teelt en de productie van de gewassen en zaden, sluit Rijk Zwaan overeenkomsten met de telers.
3.11.
Rijk Zwaan heeft voor de teelt van de spinazie en sla [gedaagde 2] ingeschakeld. Zij heeft zich bemoeid met de teelt van de spinazie waar het in deze procedure over gaat door toezicht te houden op de teelt en deze wekelijks te inspecteren. Zij heeft ook aanwijzingen gegeven aan [gedaagde 2]. Deze omstandigheden tegen de achtergrond van de eigen stellingen van Rijk Zwaan dat zij zich vooral bezighoudt met de teelt en productie van groentezaden, rechtvaardigen de conclusie dat sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 6:171 BW: [gedaagde 2] verricht in opdracht van Rijk Zwaan werkzaamheden ter uitoefening van het bedrijf van Rijk Zwaan. Deze conclusie betekent dat Rijk Zwaan jegens [eiseres] aansprakelijk is voor de door [gedaagde 2] jegens [eiseres] bij de uitvoering van de werkzaamheden begane fouten.
Conclusie
3.12.
Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagde 2] [eiseres] niet heeft gewaarschuwd. De rechtbank bespreekt hieronder of op [gedaagde 2] daadwerkelijk de zorgplicht rustte om [eiseres] te waarschuwen voor het trekken van de spinazieplanten. Dit is het geval als de in 3.6. beschreven omstandigheden komen vast te staan.
Moest [gedaagde 2] [eiseres] waarschuwen?
Tripsenplaag in de kas van [gedaagde 2]?
3.13.
Allereerst zal moeten komen vaststaan dat in de door [gedaagde 2] gehuurde kas heel veel tripsen zaten en niet slechts enkele tripsen, zoals Rijk Zwaan en [gedaagde 2] hebben aangevoerd. Rijk Zwaan en [gedaagde 2] hebben de stelling van [eiseres] dat er heel veel tripsen in de kas van [gedaagde 2] zaten, bestreden. Zij hebben gewezen op de mantelovereenkomst tussen Rijk Zwaan en [gedaagde 2] waarin is opgenomen dat [gedaagde 2] ervoor verantwoordelijk is dat de grond of andere teeltbodem vrij is en blijft van ziekten en onkruid. Ook heeft Rijk Zwaan een hygiëne protocol opgesteld waaraan [gedaagde 2] zich moet houden. Dit protocol is gericht op het voorkomen van overdracht en verspreiding van ziekten en plagen. Rijk Zwaan houdt ook toezicht op de naleving van het protocol.
Verder is tripsbestrijding bij het kweken van zaden noodzakelijk om de kwaliteit ervan te waarborgen. Niet wordt ontkend dat er tripsen waren in de kas van [gedaagde 2], maar dat waren slechts enkele tripsen (minder dan gebruikelijk).
Rijk Zwaan en [gedaagde 2] hebben, gelet op de noodzaak van tripsbestrijding, wekelijkse controles uitgevoerd op de aanwezigheid van tripsen. Zij hebben acht vangplaten in de kas die wekelijks werden vervangen en zij hebben planten boven wit papier uitgeklopt. Aanwezige tripsen vallen dan uit de plant en kunnen worden waargenomen.
Anders dan [eiseres] stelt is de kas van [gedaagde 2] ook in de weken voorafgaand aan 5 augustus 2019 door Rijk Zwaan gecontroleerd. De tijdens de mondelinge behandeling aanwezige heer [naam 1] van Rijk Zwaan heeft verklaard dat hij de controle in die weken zelf heeft uitgevoerd, bij afwezigheid van de vaste controleur. Bij de controles begin augustus 2019 is niet meer dan een beperkt aantal tripsen aangetroffen. Het waren er eerder minder dan meer dan gebruikelijk.
De omstandigheid dat [gedaagde 2] na 5 augustus 2019 tripsbestrijding heeft laten uitvoeren, betekent niet dat er dus veel tripsen aanwezig waren in de kas. Dit was uit voorzorg en hiermee wilde [gedaagde 2] [eiseres] ter wille zijn.
3.14.
Op haar beurt heeft [eiseres] hiertegen aangevoerd dat de bestrijding in de kas van [gedaagde 2] tot en met half juli 2019 niet was gericht op tripsen, maar op ander ongedierte.
[eiseres] heeft verder laten weten dat Rijk Zwaan en [gedaagde 2] geen belang hebben bij de controle op tripsen omdat die voor het kweken van zaden van spinazie en sla geen problemen opleveren. In ieder geval één van de deskundigen die [eiseres] heeft ingeschakeld, bevestigt dit. Daar komt bij dat Rijk Zwaan volgens [eiseres] in een gesprek na 5 augustus 2019 heeft meegedeeld dat in de weken voor 3 augustus 2019 geen controles zijn uitgevoerd en dat Rijk Zwaan en [gedaagde 2] in deze procedure op dit punt niet de waarheid spreken. Rijk Zwaan en [gedaagde 2] hebben dit op hun beurt weersproken, zoals hierboven toegelicht.
Tot slot heeft [eiseres] na 5 augustus 2019 in de kas van [gedaagde 2] gekeken en geconstateerd dat de daar aanwezige sla sporen vertoonde van aantasting door spint en door tripsen. Ook dit punt hebben Rijk Zwaan en [gedaagde 2] weersproken. Op de foto’s die [eiseres] van de sla van [gedaagde 2] heeft overgelegd zijn geen spint of tripsen te zien. Wat [eiseres] sporen van tripsen vindt, is eerder residu van bestrijdingsmiddelen, aldus nog steeds Rijk Zwaan en [gedaagde 2].
3.15.
Partijen hebben hun stellingen op dit punt over en weer voldoende toegelicht.
3.16.
In de stellingen van [eiseres] dat zij in 2019 in haar eigen kas geen last had van tripsen, dat ook in de andere omliggende kassen geen tripsen zaten en dat de tripsen dus afkomstig moeten zijn geweest uit de door [gedaagde 2] gehuurde kas, ziet de rechtbank geen aanleiding om van een bewijsopdracht aan [eiseres] af te zien en voorshands bewezen te achten dat de tripsen die de schade in de kas van [eiseres] hebben veroorzaakt, afkomstig zijn uit de door [gedaagde 2] gehuurde kas.
Rijk Zwaan en [gedaagde 2] hebben namelijk gemotiveerd betwist dat er in de kas van [eiseres] geen sprake was van een tripsplaag was, zodat dit tussen partijen niet is komen vast te staan. Zo hebben Rijk Zwaan en [gedaagde 2] aangevoerd dat de verklaring van een zzp-er werkzaam bij van [eiseres] op dit punt onvoldoende is: hij schrijft slechts dat er geen tripsen waren, en niet dat hij dat zelf heeft geconstateerd. De conclusie dat er geen tripsen waren kan ook niet alleen worden genomen op basis van de vangplaten in de kas van [eiseres] . Tripsen die aanwezig zijn in bloeiend gewas, blijven gewoon zitten en vliegen niet op. De vraag voor Rijk Zwaan en [gedaagde 2] is of [eiseres] het gewas heeft gecontroleerd. Verder is ook Cymbidium een waardplant van tripsen waarop zij zich kunnen ontwikkelen. Dat dit niet het geval is, heeft [eiseres] onvoldoende toegelicht. Tripsen worden bovendien op grote schaal bij siertelers aangetroffen. De besmetting bij [eiseres] was dan ook geen uitzonderlijke situatie. En tot slot zijn de tripsen vanaf mei tot en met september ook in de natuur op grote schaal aanwezig, aldus nog steeds Rijk Zwaan en [gedaagde 2].
3.17.
Een en ander betekent dat de rechtbank op dit punt [eiseres] een bewijsopdracht zal geven. Zij zal [eiseres] in de gelegenheid stellen te bewijzen dat in het weekend van 3 en 4 augustus 2019 in de door [gedaagde 2] gehuurde kas sprake was van een tripsplaag. De bewijsopdracht gaat naar [eiseres] omdat op haar de stelplicht en bewijslast rusten. De rechtbank ziet geen reden voor een omkering van de bewijslast omdat Rijk Zwaan en [gedaagde 2] na 5 augustus 2019 vertegenwoordigers van [eiseres] niet hebben toegelaten tot de kas van [gedaagde 2] om te controleren op tripsen. Rijk Zwaan en [gedaagde 2] hadden daarbij een gerechtvaardigd belang, omdat zij geen onbevoegden wilden toelaten tot de kas vanwege de bescherming tegen ongedierte en vanwege de aanwezigheid van nog onbeschermd genetisch materiaal.
Tripsen op afstervende spinazieplanten?
3.18.
Verder hebben Rijk Zwaan en [gedaagde 2] tegen de verwijten van [eiseres] in de dagvaarding aangevoerd dat als er in hun kas een tripsplaag was, de tripsen op 3 augustus 2019 al van de spinazieplanten waren verdwenen omdat de spinazieplanten toen al waren afgestorven. Tripsen voeden zich met sappen uit cellen van planten. Aanwezige tripsen zullen zich verplaatsen op het moment dat het gewas afsterft. Voordat de spinazieplanten werden opgetrokken, waren ze al een paar weken aan het afsterven: dat betekent dat eventuele tripsen op het moment van optrekken allang waren vertrokken: ze hebben niets te zoeken op afstervend, dood gewas. Het trekken van de spinazieplanten kan dan geen trek naar de kas van [eiseres] in gang hebben gezet, aldus nog steeds Rijk Zwaan en [gedaagde 2].
3.19.
[eiseres] heeft in reactie op deze stellingen van Rijk Zwaan en [gedaagde 2] ontkent dat de tripsen al weg waren, omdat de spinazieplanten doordat ze nog steeds met de wortel verbonden waren met de grond, bleven leven totdat ze waren getrokken. Zij heeft verwezen naar een deskundigenrapport van de heer [naam 2] , die onder meer heeft geschreven dat het niet aannemelijk is dat de tripsen al waren opgevlogen in de periode dat de spinazieplanten aan het afsterven waren omdat ze niet uit zichzelf wegvliegen en spinazieplanten die afsterven niet worden beroerd, waardoor de tripsen niet worden gestoord. Het is waarschijnlijker dat de tripsen door het optrekken van de spinazieplanten zijn verstoord.
3.20.
Gelet op de stellingen van partijen over en weer, zal de rechtbank [eiseres] in de gelegenheid stellen te bewijzen dat de in de door [gedaagde 2] gehuurde kas aanwezige tripsen door het trekken van de spinazieplanten op 3 en 5 augustus 2019 zijn verstoord en opgevlogen.
Tripsen met de wind naar de kas van [eiseres] ?
3.21.
Tot slot stellen Rijk Zwaan en [gedaagde 2] zich op het standpunt dat als de tripsen op 3 augustus 2019 nog op de spinazieplanten zaten op het moment dat deze werden getrokken, de tripsen vervolgens zijn neergedaald op de sla die ook in de kas stond en niet met de wind zijn meegevoerd naar de kas van [eiseres] .
3.22.
De door [eiseres] ingeschakelde deskundige heeft op dit punt geschreven dat tripsen zelf niet goed kunnen vliegen, zodat de tripsen niet zelf naar de nabij gelegen sla zullen vliegen. De tripsen laten zich meevoeren waar de thermiek/wind hen heen voert. De thermiek en wind heeft de tripsen meegevoerd naar de kas van [eiseres] .
3.23.
Ook op dit punt zal de rechtbank [eiseres] een bewijsopdracht geven. Zij zal [eiseres] opdragen te bewijzen dat de van de spinazieplanten opgevlogen tripsen zich op 3 en 5 augustus 2019 door de thermiek en wind hebben laten meevoeren naar de kas van [eiseres] .
Conclusie
3.24.
De rechtbank zal [eiseres] toelaten tot het bewijs zoals geformuleerd in 3.17, 3.20 en 3.23.
Het vervolg van de procedure
3.25.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
laat [eiseres] toe te bewijzen dat:
(i) in het weekend van 3 en 4 augustus 2019 in de door [gedaagde 2] gehuurde kas sprake was van een tripsplaag;
(ii) de in de door [gedaagde 2] gehuurde kas aanwezige tripsen door het trekken van de spinazieplanten op 3 en 5 augustus 2019 zijn verstoord en opgevlogen;
(iii) de van de spinazieplanten opgevlogen tripsen zich op 3 en 5 augustus 2019 door de thermiek en wind hebben laten meevoeren naar de kas van [eiseres] ;
4.2.
bepaalt dat [eiseres] , indien zij
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden april 2022 tot en met juni 2022 moeten opgeven, op de rolzitting van 16 maart 2019 waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald;
4.3.
bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van mr. A.C. Bordes in het paleis van justitie te Den Haag aan Prins Clauslaan 20;
4.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.C. Bordes en in het openbaar uitgesproken op 16 februari 2022. [2]

Voetnoten

1.Citaat uit het arrest: “Daarbij is van belang dat niet reeds de enkele mogelijkheid van schade als verwezenlijking van aan een bepaald gedrag inherent gevaar dat gedrag onrechtmatig doet zijn, maar dat zodanig gevaar scheppend gedrag slechts onrechtmatig is indien de mate van waarschijnlijkheid van schade als gevolg van dat gedrag zo groot is dat de betrokkene zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag had moeten onthouden.”
2.type: 1958