ECLI:NL:RBDHA:2022:16045
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring beroep inzake PGB-zorgbonus na toekenning
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 november 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, vertegenwoordigd door [naam], had een aanvraag ingediend voor een PGB-zorgbonus van € 1.000,- ten behoeve van zorgverlener [bedrijfsnaam]. De aanvraag werd echter niet in behandeling genomen door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) omdat deze te laat was ingediend. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard door de SVB. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de procedure heeft de SVB op 1 juli 2022 een nieuw besluit genomen, waarbij de aanvraag voor de zorgbonus alsnog is ingewilligd. De rechtbank heeft eiser gevraagd of hij het beroep handhaaft, maar eiser heeft hierop niet gereageerd. De rechtbank heeft vervolgens op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan.
De rechtbank concludeert dat eiser geen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep, aangezien de PGB-zorgbonus inmiddels is toegekend. Eiser is in de gelegenheid gesteld om te reageren op het nieuwe besluit, maar heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om verzet in te stellen tegen deze uitspraak binnen zes weken.