ECLI:NL:RBDHA:2022:16060
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake voorschriften voor tankputbranden
In de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 december 2022, in de zaak tussen Vopak Terminal Chemiehaven B.V. te Rotterdam (verzoekster) en het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland (verweerder), is een voorlopige voorziening getroffen. Verzoekster had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder van 22 juli 2022, waarin de voorschriften verbonden aan de omgevingsvergunning van verzoekster uit 1989 ambtshalve waren gewijzigd. Deze wijziging betrof de voorschriften voor het beheersen en bestrijden van plasbranden in tankputten met vastdaktanks voor stoffen van PGS29-klasse 0, 1 en/of 2.
Verzoekster voerde aan dat zij niet kon voldoen aan de nieuwe eisen die voortvloeiden uit het bestreden besluit, en dat er spoedeisend belang was bij schorsing van de voorschriften om te voorkomen dat zij in overtreding zou raken. Verweerder had in een brief van 28 november 2022 aangegeven in te stemmen met de schorsing van de voorschriften totdat er uitspraak was gedaan op het beroep.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er inderdaad spoedeisend belang was en heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen. De aan het bestreden besluit verbonden voorschriften 1.1.1 tot en met 1.1.4 werden geschorst tot de uitspraak op het beroep. Daarnaast werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van verzoekster, die op € 759,- werden vastgesteld. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.