ECLI:NL:RBDHA:2022:16064
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Schorsing van voorschriften met betrekking tot tankputbrandbestrijding in omgevingsvergunning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 december 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van verzoekster, een B.V. gevestigd te [vestigingsplaats]. Verzoekster had beroep ingesteld tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland, waarin de voorschriften verbonden aan haar omgevingsvergunning van 11 juli 2018 ambtshalve waren gewijzigd. Het betrof voorschriften met betrekking tot de PGS29/tankputbrandbestrijding. Verzoekster verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, omdat zij vreesde niet te kunnen voldoen aan de gewijzigde voorschriften en daardoor in overtreding te komen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van spoedeisend belang en dat de wijziging van de voorschriften noodzakelijk was vanwege gewijzigde inzichten over het beheersen en bestrijden van plasbranden in tankputten. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om schorsing van de voorschriften 12.15.1 tot en met 12.15.5 toegewezen, tot de uitspraak op het door verzoekster ingestelde beroep. Tevens werd verweerder opgedragen het door verzoekster betaalde griffierecht van € 365,- te vergoeden en werd verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van verzoekster, vastgesteld op € 759,-.
De uitspraak is gedaan door mr. D.A.J. Overdijk, in aanwezigheid van griffier A. Jansen, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.