ECLI:NL:RBDHA:2022:16067

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 december 2022
Publicatiedatum
16 augustus 2023
Zaaknummer
22_6464
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek om voorlopige voorziening en schorsing van bestreden besluit inzake omgevingsvergunning

In de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 december 2022, in de zaak tussen [verzoekster] B.V. en het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland, is het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen. Verzoekster had beroep ingesteld tegen een besluit van 19 augustus 2022, waarin de voorschriften verbonden aan haar omgevingsvergunning van 13 december 2019 ambtshalve waren gewijzigd. De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van onverwijlde spoed, aangezien verzoekster niet kon voldoen aan de gewijzigde voorschriften en er risico bestond op overtreding. Verweerder had in een brief van 28 november 2022 aangegeven in te stemmen met de schorsing van de voorschriften totdat uitspraak was gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter schorste het bestreden besluit en droeg verweerder op het betaalde griffierecht van € 365,- aan verzoekster te vergoeden, evenals de proceskosten tot een bedrag van € 759,-. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

Rechtbank DEN Haag

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR22/6464

uitspraak van de voorzieningenrechter van 20 december 2022 in de zaak tussen

[verzoekster] B.V., te [vestigingsplaats], verzoekster

(gemachtigden: mrs. M.G.J. Maas en B. Ebben),
en

het college van gedeputeerde staten van Zuid Holland, verweerder

(gemachtigde: H. Vermeulen).

Procesverloop

In het besluit van 19 augustus 2022 (bestreden besluit) heeft verweerder de voorschriften verbonden aan de omgevingsvergunning (revisievergunning) van 13 december 2019 van verzoekster, zoals nadien gewijzigd, ambtshalve gewijzigd. Het betreft de locatie [adres] [nummer] te [plaats].
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld (SGR 22/6466). Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
In een brief van 28 november 2022 heeft verweerder meegedeeld dat hij kan instemmen met de door verzoekster gevraagde schorsing van de door haar genoemde voorschriften totdat uitspraak is gedaan op het beroep.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
De voorzieningenrechter treft op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Awb alleen een voorlopige voorziening als "onverwijlde spoed" dat vereist.
2. In het bestreden besluit heeft verweerder de voorschriften die verbonden zijn aan de verleende omgevingsvergunning van 13 december 2019 ambtshalve gewijzigd door het toevoegen van studie- en kader-stellende implementatievoorschrift(en)
“Beheersen en bestrijden van plasbranden in tankputten met vastdaktanks voor stoffen van PGS29-klasse 0*, 1 en/of 2” gebaseerd op de voorschriften M93, M145 en M146, behorende bij de richtlijn voor de veilige bovengrondse opslag van brandbare vloeistoffen in verticale cilindrische tanks op grond van PGS29NS, versie augustus 2021. Verweerder heeft de voorschriften 5.3.12, 5.3.14, 6.1.2, 6.18.20, 6.18.30 en 6.21.1 van de omgevingsvergun-ning van 13 december 2019 ingetrokken en heeft de voorschriften 1.1.1 tot en met 1.1.4 en 2.1.1 tot en met 2.1.4 en 2.1.6 aan de vergunning toegevoegd.
3.1
Verzoekster voert in haar verzoekschrift aan dat uit het samenstel van voorschriften die zijn verboden aan het bestreden besluit volgt dat zij (gedeeltelijk) niet kan voldoen aan de eisen die daaruit voortvloeien. Tussen verweerder en verzoekster staat volgens haar vast dat de benodigde maatregelen om aan de voorschriften te kunnen voldoen niet aanwezig zijn en ook niet zomaar getroffen kunnen worden. Verder valt vanwege de wijze waarop de voorschriften zijn opgebouwd en ingestoken op dit moment niet (volledig) te overzien wat er gevraagd wordt van verzoekster en hoe GS de voorschriften uitleggen. Om te voorkomen dat verzoekster op 14 oktober 2022 direct in overtreding is, is dit schorsingsverzoek ingediend.
3.2
Naar aanleiding hiervan acht de voorzieningenrechter spoedeisend belang aanwezig. Verweerder heeft bij brief van 28 november 2022 verklaard dat hij kan instemmen met de door verzoekster gevraagde schorsing van de door haar bestreden voorschriften totdat uitspraak is gedaan op het beroep. Gelet daarop, zal de voorzieningenrechter het verzoek toewijzen en het bestreden besluit schorsen tot de uitspraak op het door verzoekster ingestelde beroep.
4. Omdat het verzoek wordt toegewezen bepaalt de voorzieningenrechter dat verweerder aan verzoekster het door haar betaalde griffierecht vergoedt.
5. Omdat het verzoek wordt toegewezen krijgt verzoekster een vergoeding voor de proceskosten die zij heeft gemaakt. Verweerder moet die vergoeding betalen. De vergoeding wordt met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. De bijstand door een gemachtigde levert 1 punt op (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift). Dat punt heeft een waarde van € 759,- bij een wegingsfactor 1. Toegekend wordt € 759,-.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe;
- treft de voorlopige voorziening dat het bestreden besluit wordt geschorst tot de uitspraak op het ingestelde beroep;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 365,- aan verzoekster te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 759,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.A.J. Overdijk, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van A. Jansen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 20 december 2022.
Griffier is verhinderd om te tekenen voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.