ECLI:NL:RBDHA:2022:16068
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Schorsing van voorschriften met betrekking tot tankputbrandbestrijding in omgevingsvergunning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 december 2022 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening van BP Raffinaderij Rotterdam B.V. tegen het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland. Het verzoekster heeft beroep ingesteld tegen een besluit van 19 augustus 2022, waarin de voorschriften verbonden aan de omgevingsvergunning van 1 juni 2016 ambtshalve zijn gewijzigd. Deze wijziging betreft de voorschriften 19.6.1 tot en met 19.6.4, die betrekking hebben op de PGS29/tankputbrandbestrijding.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er sprake is van onverwijlde spoed, aangezien verzoekster niet volledig kan overzien wat er van haar wordt gevraagd door de gewijzigde voorschriften. Verweerder heeft in een brief van 28 november 2022 aangegeven in te stemmen met de schorsing van de voorschriften totdat er uitspraak is gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en de voorschriften geschorst tot de uitspraak op het beroep.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter bepaald dat verweerder het door verzoekster betaalde griffierecht van € 365,- moet vergoeden en dat verweerder ook de proceskosten van verzoekster, tot een bedrag van € 759,-, moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.