Uitspraak
Rechtbank Den Haag
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
eisende partij,
gemachtigde mr. R.A.J. Zomer,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 oktober 2022 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure. De eisende partij, een maatschap handelend onder de naam [naam] Advocaten, vertegenwoordigd door mr. R.A.J. Zomer, heeft op 13 september 2022 een dagvaarding ingediend tegen de gedaagde partij, die niet is verschenen of op enige andere wijze heeft gereageerd. Hierdoor is verstek verleend tegen de gedaagde partij, en de kantonrechter heeft de vordering beoordeeld.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft deze bij verstek toegewezen. De gedaagde partij is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 8.172,04, vermeerderd met wettelijke rente over een deel van dit bedrag vanaf 4 mei 2022. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke kosten en de kosten van het geding, die zijn vastgesteld op € 658,33, inclusief een vergoeding voor de gemachtigde van de eisende partij.
Het vonnis bevat ook bepalingen over nasalaris en de uitvoerbaarheid bij voorraad. De kantonrechter heeft het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is afgegeven aan de eisende partij.