ECLI:NL:RBDHA:2022:16294

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 juli 2022
Publicatiedatum
30 januari 2025
Zaaknummer
AWB - 22 _ 3845
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen intrekking vergunningen horecabedrijf

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 juli 2022 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een horecabedrijf, had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van zijn exploitatie- en alcoholwetvergunning door de burgemeester van Alphen aan den Rijn. Het primaire besluit tot intrekking was genomen op 2 juni 2022 en zou ingaan zes weken na verzending, wat zou betekenen dat de vergunningen per 14 juli 2022 zouden vervallen. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening, omdat de intrekking van de vergunningen ingrijpende gevolgen zou hebben voor zijn bedrijf en gezin.

Tijdens de zitting op 11 juli 2022, waar verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, heeft de voorzieningenrechter de zaak inhoudelijk behandeld. De burgemeester heeft in zijn verweerschrift aangegeven dat de intrekking van de vergunningen noodzakelijk was voor de openbare orde en veiligheid. De voorzieningenrechter heeft echter overwogen dat de belangen van verzoeker, die zijn bron van inkomsten zou verliezen en zijn woning zou moeten verkopen, zwaarder wegen dan het belang van de openbare orde bij onmiddellijke intrekking van de vergunningen. Daarom heeft de voorzieningenrechter besloten om het bestreden besluit te schorsen tot en met 25 juli 2022, de datum waarop een inhoudelijke uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening zal worden gedaan. Alle verdere beslissingen zijn aangehouden tot die uitspraak.

De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De voorzieningenrechter heeft de schorsing van het primaire besluit tot en met de uitspraak op 25 juli 2022 bevestigd, en houdt verdere beslissingen aan tot die datum.

Uitspraak

REchtbank DEN Haag

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/3845
uitspraak van de voorzieningenrechter van 12 juli 2022 op het verzoek om een voorlopige voorziening van

[verzoeker] hodn [handelsnaam] , te [woonplaats] , verzoeker

(gemachtigde: mr. H.C. Uittenbogaart),
tegen

de burgemeester van Alphen aan den Rijn, verweerder

(gemachtigde: R. Klerks).

Procesverloop

Bij besluit van 2 juni 2022 (het primaire besluit) heeft verweerder de aan verzoeker verleende exploitatievergunning en alcoholwetvergunning ingetrokken met ingang van zes weken na de datum verzending van dit besluit.
Verzoeker heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting via beeldverbinding heeft plaatsgevonden op 11 juli 2022.
Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verzoeker is vergezeld van zijn echtgenote en [naam] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Het verzoek om een voorlopige voorziening is inhoudelijk ter zitting behandeld. De voorzieningenrechter stelt vast dat de intrekking van de vergunningen voor het uitoefenen van het horecabedrijf [handelsnaam] aan de [adres] te [plaatsnaam] van kracht wordt per 14 juli 2022. Dit besluit heeft een ingrijpend karakter. Verweerder heeft niet betwist dat verzoeker nagenoeg per direct zijn horecabedrijf zal moeten sluiten en dat zijn bron van inkomsten wegvalt. De woning moet worden verkocht en dit treft het gehele gezin, onder wie een minderjarig kind. Verweerder heeft bevestigd dat zich de afgelopen vijf jaren en ook na het incident op 7 mei 2022 verder geen incident heeft voorgedaan. Verweerder stelt dat het besluit is genomen om de openbare orde en veiligheid te garanderen.
2. Verweerder is niet bereid om de gevolgen van het primaire besluit op te schorten tot de uitspraak van de voorzieningenrechter. De voorzieningenrechter overweegt dat enige tijd nodig is om zich te kunnen beraden op deze zaak en dat de belangen van verzoeker voor die beperkte periode zwaarder wegen dan het belang van de openbare orde bij onmiddellijke intrekking van de vergunningen. Daarom bestaat aanleiding een ordemaatregel te treffen en het bestreden besluit te schorsen tot en met 25 juli 2022, de datum waarop inhoudelijk uitspraak zal worden gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening. Alle verdere beslissingen worden aangehouden tot die uitspraak.

Beslissing

De voorzieningenrechter
  • schorst het primaire besluit tot en met de uitspraak van 25 juli 2022;
  • houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D. Biever, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van A.J. van Rossum, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 12 juli 2022.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.