ECLI:NL:RBDHA:2022:16298
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Vervallenverklaring van eerdere uitspraak in voorlopige voorziening inzake griffierecht en urgentieverklaring
Op 3 augustus 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een voorlopige voorziening. Deze uitspraak betreft de vervallenverklaring van een eerdere uitspraak van 2 augustus 2022, waarin het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk was verklaard. Dit gebeurde omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was voldaan, met als uiterste datum 1 augustus 2022. De gemachtigde van de verzoekster heeft echter op 2 augustus 2022 een e-mail gestuurd met een bijlage waarin werd aangegeven dat het griffierecht op 1 augustus 2022 was overgemaakt naar de bankrekening van de rechtbank. De voorzieningenrechter heeft deze informatie in overweging genomen en geconcludeerd dat het griffierecht tijdig is voldaan. Hierdoor heeft de voorzieningenrechter besloten de eerdere uitspraak van 2 augustus 2022 te vervallen en de procedure voort te zetten. De behandeling van het verzoek om een voorlopige voorziening is gepland op 8 augustus 2022. De partijen zijn hierover op 2 augustus 2022 telefonisch geïnformeerd door de griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 3 augustus 2022 door mr. G.P. Kleijn, in aanwezigheid van griffier A.J. van Rossum. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.