6.3Het oordeel van de rechtbank
Ernst van het feit
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het onttrokken houden van zijn vriendin [slachtoffer] aan het gezag van Jeugdbescherming west en aan het onttrekken van [slachtoffer] aan het toezicht van [de instelling] . Hoewel het lijkt dat [slachtoffer] zelf wilde weglopen heeft de verdachte er voor gezorgd dat zij een verblijfplek had en wist hij waar zij gedurende de hele periode was. Hij heeft dit niet aan de hulpverlening laten weten, terwijl hij wel met deze hulpverlening in contact stond. De rechtbank rekent hem dit aan, vooral omdat er ernstige zorgen waren over [slachtoffer] . Om die reden was zij immers ook uit huis geplaatst.
De verdachte en [slachtoffer] zijn nog jong en hebben een relatie. De verdachte wil alles voor [slachtoffer] doen, omdat hij bang is dat zij bij hem weggaat als hij haar niet helpt, maar ook om te voorkomen dat zij met slechte contacten in aanraking komt. De rechtbank heeft hier oog voor, maar kan er niet aan voorbij om tegen de verdachte te zeggen dat dit niet de manier is om je liefde voor iemand te tonen. Door [slachtoffer] te helpen heeft hij dit keer zelfs een strafbaar feit gepleegd. De rechtbank zal echter met de goede bedoelingen van de verdachte rekening houden bij de strafoplegging.
Strafblad
De rechtbank stelt aan de hand van de Justitiële Documentatie van 20 januari 2022 vast dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit. De rechtbank weegt dit mee in het voordeel van de verdachte.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennis genomen van het reclasseringsadvies van 28 juli 2021 van Fivoor. Door Fivoor is als volgt gerapporteerd.
Betrokkene kent een belast verleden waarbij hij zowel op school, als binnen hulpverleningsinstellingen als in contact met zijn ouders trauma's opgelopen heeft. Hier ervaart hij klachten van, zoals bijvoorbeeld herbelevingen, gevoelens van angst en onmacht en nachtmerries waarvan hij niet weet hoe hij hier mee om moet gaan. In een poging deze te onderdrukken rookt hij dagelijks cannabis.
Vanuit een gemis aan aansluiting in zijn kinderjaren lijkt contact binnen een partnerrelatie die hij nu heeft extreem belangrijk voor hem. Hij lijkt van hieruit bereid om heel ver met de ander mee te bewegen en lijkt zijn leven rondom die ander in te richten. Hij lijkt hierbij niet meer na te denken over de consequenties die dit voor hem kan hebben en/of is van mening dat de consequenties het contact waard zijn. Deze loyaliteit lijkt bij betrokkene verder te gaan dan bij mensen in dezelfde leeftijd als betrokkene. Wanneer hij door de ander teleurgesteld wordt lijken de gevoelens die dit oproepen hem te overspoelen, waardoor hij in paniek lijkt te raken.
Het lukt betrokkene op dit moment niet goed om structuur in zijn leven aan te brengen. Hij verblijft noodgedwongen op verschillende plekken terwijl een vaste eigen plek hem veel rust zou kunnen brengen. De relatie met zijn ouders is door gebeurtenissen in het verleden echter niet van dien aard dat een langdurig verblijf bij één van hen nog een optie lijkt. Van aansturing of beïnvloeding vanuit ouders is geen sprake meer. Betrokkene lijkt, ondanks eerdere slechte ervaringen, echter wel in enige mate open te staan voor begeleiding door andere volwassenen, zoals hulpverleners.
De reclassering ziet in voorgaande een verband met het hem ten laste gelegde. Het is de reclassering duidelijk dat betrokkene, om recidive te voorkomen, hulp, ondersteuning en begeleiding nodig heeft. Welke vorm van hulpverlening nodig is, is de reclassering echter nog niet duidelijk. Hiervoor is diagnostiek noodzakelijk. Deze kan plaatsvinden bij YOUZ, forensische polikliniek Fivoor of het Jong Volwassenen Team van Brijder verslavingszorg. Middels diagnostiek kan duidelijkheid verkregen worden of en welke problematiek bij betrokkene een rol speelt. De reclassering verwacht dat er een vorm van ambulante behandeling noodzakelijk zal zijn. Voorgenoemde instellingen zijn tevens instellingen die deze behandeling zouden kunnen bieden. Een kortdurende opname mogelijkheid is gezien het middelengebruik van betrokkene hierbij van meerwaarde. Middels deze korte opname
mogelijkheid zou betrokkene in een detox opgenomen kunnen worden indien dit noodzakelijk geacht zal worden. Diagnostiek kan uitsluitend plaatsvinden wanneer hij abstinent is. Tevens ziet de reclassering een meerwaarde voor betrokkene waar dit het wonen binnen een begeleide woonvorm betreft. Ambulante begeleiding is nodig om hem te helpen zijn leven op praktisch gebied (school, werk, hobby's, contact met instanties) in te richten. Een meldplicht bij de reclassering is geïndiceerd om erop toe te zien dat betrokkene zich aan de bijzondere voorwaarden zal houden.
De heer Hortensius heeft, namens de jeugdreclassering, als deskundige ter zitting verklaard dat het voor de toekomst zaak is dat de verdachte aan zichzelf gaat werken. Voordat de verdachte negatief is terug gemeld, is gekeken of hij bij de Brijder terecht kon. Door wachtlijsten is dat echter niet van de grond gekomen. Na de negatieve terugmelding is er slechts een aantal keer telefonisch contact met de verdachte geweest. Het is nog steeds niet duidelijk welke instelling het beste voor hem is. Wie de behandeling gaat uitvoeren, is ook afhankelijk van waar de verdachte op dat moment woont. Ook dat is nog niet duidelijk. Hopelijk kan de verdachte zijn opleiding vervolgen en behaalt hij zijn diploma. Een contactverbod met [slachtoffer] als bijzondere voorwaarde is mogelijk, maar zal niet voorkomen dat zij elkaar blijven opzoeken.
Door de verdachte is ter terechtzitting verklaard dat dat hij fulltime als magazijnmedewerker werkt. Daarnaast is hij bezig om zijn opleiding over te plaatsen naar een vestiging van zijn opleiding in Zoetermeer, zodat hij zijn cijfers kan behouden. De verdachte vindt zelf ook dat er iets moet gebeuren en dat hij hulp en begeleiding nodig heeft. Blowen doet de verdachte inmiddels een stuk minder, maar ook daar wil hij graag van af. Hij stond aangemeld bij de Trubendorffen, maar is daar niet aangenomen omdat er te veel complicaties zijn. De verdachte is nog steeds samen met [slachtoffer] . Hij brengt haar een paar keer per week naar school en in het weekend mag zij van haar ouders bij hem zijn.
Toepassing van het jeugdstrafrecht in ASR zaken
De rechtbank kan – ten aanzien van een verdachte die ten tijde van het begaan van een strafbaar feit de leeftijd van 18 jaren maar nog niet die van 23 jaren heeft bereikt – het jeugdstrafrecht toepassen.
Door de officier van justitie en de raadsman is om toepassing van het jeugdstrafrecht verzocht. De verdachte lijkt open te staan voor hulpverlening. Daarnaast is er een groot belang voor continuering van zijn school. Gelet op voornoemde adviseert Fivoor toepassing van het jeugdstrafrecht, maar adviseert de begeleiding bij de volwassenreclassering.
De rechtbank neemt het advies van Fivoor over en past het jeugdstrafrecht toe.
Op te leggen straf of maatregel
De rechtbank heeft gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken zijn opgelegd en de oriëntatiepunten voor straftoemeting en LOVS-afspraken.
Alles afwegende zal de rechtbank de verdachte een werkstraf opleggen voor de duur van 80 uren, waarvan 40 uur voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Op die manier ervaart de verdachte de consequenties van zijn gedrag en daarnaast vindt de rechtbank het van belang dat de verdachte bijzondere voorwaarden krijgt om te zorgen dat hij de hulp en begeleiding krijgt die voor hem noodzakelijk is.
De rechtbank heeft zich verbaasd over het grote aantal alternatieve uitvoerders dat in het rapport van de reclassering Fivoor wordt genoemd bij de voorwaarden betreffende behandeling, begeleiding en verblijf, maar heeft die wel opgenomen in de in dit vonnis opgenomen voorwaarden omdat daarover inhoudelijk met de reclassering Fivoor niet kon worden afgestemd.
De rechtbank ziet, conform het advies van Fivoor, aanleiding om de begeleiding van de verdachte door de volwassenreclassering te laten plaatsvinden. Hoewel de band tussen de verdachte en de jeugdreclasseerder goed is, is, gelet op de leeftijd en de persoonlijkheid van de verdachte, volwassenreclassering het meest passend. Bovendien past volwassenreclassering ook het meest bij het soort hulp en ondersteuning die de verdachte nu nodig heeft. De rechtbank vraagt de jeugdreclasseerder er voor te zorgen dat er een warme overdracht naar de volwassenreclassering plaatsvindt.