ECLI:NL:RBDHA:2022:1704
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing visumaanvraag en mvv-aanvraag van eiseres met Syrische nationaliteit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een Syrische vrouw, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een visum kort verblijf, die door verweerder was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing terecht was, omdat eiseres geen sterke sociale of economische binding had met Saoedi-Arabië, haar land van herkomst. Eiseres had eerder geprobeerd op een vals visum naar Duitsland te reizen, wat ook tegen haar werd meegewogen. De rechtbank stelde vast dat eiseres geen rechtmatig verblijf meer had in Saoedi-Arabië en dat haar kinderen in Nederland en Zweden wonen. De rechtbank concludeerde dat de terugkeer van eiseres naar Saoedi-Arabië niet gewaarborgd was, en dat zij geen sterke sociale binding met dat land had, nu haar man was overleden en zij geen familie meer daar had. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en veroordeelde verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.518,-, en droeg verweerder op het betaalde griffierecht van € 181,- aan eiseres te vergoeden.