ECLI:NL:RBDHA:2022:1743
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot minderjarige
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 maart 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, een minderjarige, had zijn asielaanvraag ingediend, maar deze was door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 16 november 2021 afgewezen als kennelijk ongegrond. In het besluit werd aangegeven dat er nog geen terugkeerbesluit zou worden opgelegd, omdat er eerst onderzoek naar adequate opvang voor de minderjarige moest plaatsvinden. Op 28 januari 2022 wijzigde de staatssecretaris het eerdere besluit en verleende verzoeker uitstel van vertrek. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 2 februari 2022 behandeld, samen met een andere zaak (NL21.18066). Tijdens de zitting waren zowel verzoeker als verweerder vertegenwoordigd door hun gemachtigden. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar de uitspraak in de andere zaak en heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is verweerder veroordeeld tot betaling van proceskosten aan verzoeker ter hoogte van € 759, als vergoeding voor het indienen van het verzoekschrift. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.