ECLI:NL:RBDHA:2022:178
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen buiten behandelingstelling opvolgende asielaanvraag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 januari 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de opvolgende asielaanvraag van eiser, die de Algerijnse nationaliteit bezit. Eiser had op 3 juli 2021 een opvolgende asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid buiten behandeling gesteld. De reden hiervoor was dat eiser het aanvraagformulier M35-O onvolledig en onduidelijk had ingevuld. Eiser kreeg de kans om zijn aanvraag binnen een week te completeren, maar heeft hier geen gebruik van gemaakt.
De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser belang heeft bij de beoordeling van zijn aanvraag, ondanks dat hij op 22 september 2021 een bericht had ontvangen dat hij met onbekende bestemming was vertrokken. De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser ontvankelijk is, maar dat de asielaanvraag terecht buiten behandeling is gesteld. Eiser heeft niet voldoende informatie verstrekt en heeft geen documenten ter onderbouwing ingediend. De rechtbank oordeelt dat de enkele stelling van eiser dat de informatie wel voldoende is, niet kan leiden tot een ander oordeel.
De rechtbank heeft de beslissing van de staatssecretaris bevestigd en het beroep ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenverdeling. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.