ECLI:NL:RBDHA:2022:1838

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 maart 2022
Publicatiedatum
8 maart 2022
Zaaknummer
NL21.18126
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na niet-ontvankelijk verklaring

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 maart 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een asielzoeker, die in de algemene procedure niet-ontvankelijk was verklaard. De verzoeker had op 11 november 2021 een asielaanvraag ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bij besluit van 11 november 2021 niet-ontvankelijk was verklaard. Dit besluit werd op 1 februari 2022 gewijzigd, maar bleef in essentie ongewijzigd. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 2 februari 2022 in Breda, waar de verzoeker werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. C.W.M. van Breda, en de staatssecretaris door mr. A.J.P. Lemmen.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er reeds een uitspraak was gedaan in een aanverwante zaak (NL21.18125), waarin het beroep van de verzoeker werd behandeld. Gezien deze uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.18126

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam], verzoeker

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. A.J.P. Lemmen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. C.W.M. van Breda).

Procesverloop

Bij besluit van 11 november 2021 heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Bij besluit van 1 februari 2022 heeft verweerder het besluit van 11 november 2021 gewijzigd.
Beide besluiten vormen tezamen ‘het bestreden besluit’.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.18125, op 2 februari 2022 op zitting behandeld te Breda. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.18125, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.