ECLI:NL:RBDHA:2022:1838
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na niet-ontvankelijk verklaring
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 maart 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een asielzoeker, die in de algemene procedure niet-ontvankelijk was verklaard. De verzoeker had op 11 november 2021 een asielaanvraag ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bij besluit van 11 november 2021 niet-ontvankelijk was verklaard. Dit besluit werd op 1 februari 2022 gewijzigd, maar bleef in essentie ongewijzigd. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 2 februari 2022 in Breda, waar de verzoeker werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. C.W.M. van Breda, en de staatssecretaris door mr. A.J.P. Lemmen.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er reeds een uitspraak was gedaan in een aanverwante zaak (NL21.18125), waarin het beroep van de verzoeker werd behandeld. Gezien deze uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.