ECLI:NL:RBDHA:2022:2079
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Marokkaanse rapper wegens ongeloofwaardigheid en veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 maart 2022 uitspraak gedaan in het beroep van een Marokkaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, die muziek maakt en online actief is, heeft verklaard bedreigingen te hebben ontvangen van de politie in Marokko, waar hij eerder is gearresteerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris de identiteit en nationaliteit van de eiser geloofwaardig achtte, maar de stelling dat de politie hem ten onrechte een verkrachting in de schoenen heeft geschoven, niet geloofwaardig vond. De rechtbank oordeelde dat Marokko als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt en dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat dit voor hem niet geldt.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat de staatssecretaris tijdig heeft beslist en de argumenten van de eiser niet voldoende onderbouwd waren. De rechtbank volgde de staatssecretaris in zijn standpunt dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Marokko in de negatieve aandacht van de autoriteiten staat. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de eiser niet kan stellen dat hij geen recht heeft op een eerlijk proces, aangezien hij zelf heeft verklaard dat hij meerdere keren is vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de aanvraag van de eiser terecht als kennelijk ongegrond is afgewezen en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.