ECLI:NL:RBDHA:2022:2079

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 maart 2022
Publicatiedatum
14 maart 2022
Zaaknummer
NL22.1358
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Marokkaanse rapper wegens ongeloofwaardigheid en veilig land van herkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 maart 2022 uitspraak gedaan in het beroep van een Marokkaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, die muziek maakt en online actief is, heeft verklaard bedreigingen te hebben ontvangen van de politie in Marokko, waar hij eerder is gearresteerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris de identiteit en nationaliteit van de eiser geloofwaardig achtte, maar de stelling dat de politie hem ten onrechte een verkrachting in de schoenen heeft geschoven, niet geloofwaardig vond. De rechtbank oordeelde dat Marokko als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt en dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat dit voor hem niet geldt.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat de staatssecretaris tijdig heeft beslist en de argumenten van de eiser niet voldoende onderbouwd waren. De rechtbank volgde de staatssecretaris in zijn standpunt dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Marokko in de negatieve aandacht van de autoriteiten staat. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de eiser niet kan stellen dat hij geen recht heeft op een eerlijk proces, aangezien hij zelf heeft verklaard dat hij meerdere keren is vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de aanvraag van de eiser terecht als kennelijk ongegrond is afgewezen en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.1358

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiser

v-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. W.A. Berghuis),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. E.H.J.M. de Bonth).

ProcesverloopBij besluit van 26 januari 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser afgewezen als kennelijk ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met de zaak NL22.1359, op 25 februari 2022 op zitting behandeld in Breda. Eiser is, met bericht vooraf, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser heeft de Marokkaanse nationaliteit en is geboren op [Geb. datum] 1990. Eiser heeft op 10 januari 2022 een asielaanvraag in Nederland ingediend. Eiser heeft ter toelichting van zijn aanvraag verteld dat hij muziek maakte en die muziek online plaatste. Via sociale media kreeg hij daarop kritiek en daarna ontving hij ook bedreigingen. Later kwam hij erachter dat die bedreigingen van de politie afkomstig waren. Verder heeft hij verklaard dat hij tot drie keer toe is gearresteerd, voorgeleid aan de procureur-generaal, en vervolgens is vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs. Tot slot heeft hij verklaard dat de politie hem ten onrechte een verkrachting in de schoenen probeerde te schuiven.
2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de gestelde identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig geacht. Ook heeft verweerder het relaas over de arrestaties en bedreigingen geloofwaardig geacht. Het toedichten van de verkrachting door de Marokkaanse politie wordt echter niet geloofwaardig geacht, omdat eiser dit vermoeden louter op aannames heeft gebaseerd. Verder stelt verweerder dat Marokko een veilig land van herkomst is en dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat dit voor hem niet geldt. Om die reden is de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond.
3. Eiser stelt dat het bestreden besluit niet tijdig is genomen door verweerder, gelet op de voor Spoor 2 [2] geldende termijnen. Daarnaast stelt eiser dat verweerder ten onrechte het toedichten van de verkrachting niet geloofwaardig heeft geacht. Het is namelijk niet onlogisch dat de politie dit in zijn schoenen wil schuiven, nu eiser eerder door de politie is gearresteerd. Verweerder heeft ten onrechte pas in het bestreden besluit tegengeworpen dat eiser niet direct na zijn komst naar Nederland asiel heeft aangevraagd: dit stond niet in het voornemen en ook tijdens het gehoor is daarover niet gesproken. Ook is het voor eiser niet mogelijk om veilig terug te keren naar Marokko, omdat hij daar in de negatieve aandacht staat bij de politie door zijn carrière als rapper. Ter onderbouwing hiervan heeft eiser verschillende rapporten overgelegd over corruptie, vrijheid van meningsuiting en bescherming tegen de overheid en corruptie.
De rechtbank oordeelt als volgt.
Niet tijdig beslissen
4. De stelling van eiser dat verweerder de beschikking niet tijdig heeft genomen, volgt de rechtbank niet. Volgens artikel 3.109ca, het elfde lid van de Vb [3] dient een beschikking in Spoor 2-zaken uiterlijk op de achtste dag na het gehoor te worden genomen. In het geval van eiser is de beschikking zes dagen na het gehoor genomen. Er is dus geen sprake van een termijnoverschrijding. De beroepsgrond treft daarom geen doel.
Ongeloofwaardig element asielrelaas
5. Verweerder heeft niet ten onrechte ongeloofwaardig bevonden dat de politie een verkrachting in de schoenen van eiser heeft willen schuiven. Verweerder heeft daarbij terecht tegengeworpen dat eiser zich slechts op niet onderbouwde vermoedens en speculaties baseert. Dat verweerder wel aannemelijk acht dat eiser eerder is bedreigd en gearresteerd, maakt het nog niet ‘logisch’ dat de politie eiser wilde laten opdraaien voor een toegedichte verkrachting. Verweerder wordt gevolgd in zijn standpunt dat eiser dat element van zijn asielrelaas niet met zijn verklaringen aannemelijk heeft gemaakt. Dat in het algemeen de politie niet schuwt dingen te doen die niet mogen, doet hier niet aan af. Verder heeft verweerder terecht aan eiser tegengeworpen dat hij legaal en gecontroleerd Marokko is uit gereisd. Dit doet namelijk af aan de geloofwaardigheid van eisers stelling dat hij bij terugkeer daadwerkelijk in de negatieve aandacht staat van de autoriteiten in Marokko.
6. De tegenwerping in het bestreden besluit dat eiser niet direct in Nederland asiel heeft aangevraagd na zijn vertrek uit Marokko in 2018 en dat dat afbreuk doet aan zijn asielrelaas, heeft verweerder ter zitting teruggenomen. De rechtbank volgt verweerder echter in zijn ter zitting ingenomen standpunt dat dit niet afdoet aan het bestreden besluit, nu de beoordeling van het ongeloofwaardig geachte element van eisers relaas voldoende wordt gedragen door de overige motivering.
Veilig land van herkomst Marokko
7. Niet in geschil is dat Marokko in het algemeen als veilig land van herkomst is aan te merken. Het is dan ook aan eiser om aannemelijk te maken waarom Marokko in zijn geval niet veilig is. Eiser is hier niet in geslaagd. Verweerder heeft niet ten onrechte overwogen dat niet is gebleken dat eiser geen recht heeft gekregen op een eerlijk proces. Verweerder heeft er terecht op gewezen dat eiser zelf heeft verklaard dat hij meermalen is aangehouden, maar steeds weer na 48 uur is vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs. Ook heeft eiser zelf verklaard dat hij zich veilig voelt bij de rechter. [4] Ook zijn de politieagenten die eiser eerder hebben gearresteerd veroordeeld; dat dit voor een vermogensdelict is, is niet verder onderbouwd. Dat eiser in Marokko in de negatieve aandacht is komen te staan van de politie en zijn carrière als rapper hierdoor niet kan voortzetten, is niet aannemelijk gemaakt. Verweerder heeft zich dan ook terecht op het standpunt gesteld dat uit eisers relaas niet kan worden afgeleid dat Marokko zijn verdragsverplichtingen niet nakomt tegenover eiser.
8. Over de overgelegde rapporten heeft verweerder terecht gesteld dat deze al bij de herbeoordeling van 6 mei 2021 [5] zijn meegenomen. Deze herbeoordeling heeft ertoe geleid dat de aanwijzing van Marokko als veilig land van herkomst is gehandhaafd. Corruptie wordt wel degelijk door verweerder erkend als een voortdurend probleem, maar verweerder heeft terecht het standpunt ingenomen dat eiser onvoldoende heeft onderbouwd op welke wijze deze informatie van toepassing is op de problemen die eiser persoonlijk heeft ondervonden in Marokko.
9. Voor zover eiser problemen zou ondervinden in Marokko na terugkeer, stelt verweerder terecht dat hij daarover dient te klagen bij de (hogere) Marokkaanse autoriteiten. Dat er in Marokko sprake is van corruptie, betekent niet dat eiser niet kan klagen bij de (hogere) autoriteiten als hij problemen ondervindt en evenmin dat de autoriteiten hem niet willen of kunnen helpen.
Slotsom
10. De aanvraag is terecht afgewezen als kennelijk ongegrond. Het beroep is ongegrond.
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr.S.C. Spruijt, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2.Het betreft de afdoening van asielaanvragen van personen afkomstig uit een veilig land, of personen die legaal verblijf hebben in een ander Europees land.
3.Vreemdelingenbesluit 2000.
4.Rapport gehoor veilig land van herkomst, pagina 11.
5.Kamerstukken II 2020-2021, 19637, nr. 2726 van 6 mei 2021 https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2021Z07497&did=2021D165