ECLI:NL:RBDHA:2022:2273

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 maart 2022
Publicatiedatum
17 maart 2022
Zaaknummer
C/09/625693 / FA RK 22-1134
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 maart 2022 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie tot voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1966. De crisismaatregel was eerder opgelegd op 25 februari 2022 en was noodzakelijk vanwege een acute dreiging van ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel. De betrokkene, die in een accommodatie verblijft, heeft aangegeven dat zij hulp nodig heeft voor haar PTSS, maar dat zij niet voldoende behandeling ontvangt. Tijdens de zitting is de betrokkene gehoord, evenals haar advocaat en een psychiater. De psychiater heeft aangegeven dat de betrokkene een wisselend gedrag vertoont en dat er zorgen zijn over haar omgang met bepaalde personen die een negatieve invloed op haar kunnen hebben. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en heeft besloten om de crisismaatregel te verlengen. De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur heeft van drie weken. De beschikking bevat ook specifieke zorgvormen die kunnen worden toegepast, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van het recht op bezoek van bepaalde personen. De beschikking is gegeven door rechter E.M.M. Engbers, bijgestaan door griffier K.M.M. Bertrand, en is uitgesproken ter openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/625693 / FA RK 22-1134
Datum beschikking: 3 maart 2022

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel

Beschikkingnaar aanleiding van het op 28 februari 2022 door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de vrouw]

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1966 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats]
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats]
advocaat: mr. R. Heemskerk te 's-Gravenhage.

Procesverloop

Bij verzoekschrift heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op
25 februari 2022 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Den Haag tot het nemen van de crisismaatregel;
  • een op 25 februari 2022 ondertekende medische verklaring van [psychiater 1] die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 3 maart 2022.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen gelijktijdig via Skype gehoord door de rechtbank omdat het houden van een fysieke zitting vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het coronavirus niet mogelijk was:
- betrokkene;
- de advocaat;
- de [psychiater 2]
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Betrokkene heeft aangegeven dat het wel redelijk met haar gaat. Zij is van mening dat zij het daadwerkelijke probleem, namelijk PTSS, moet aanpakken, maar hier heeft zij meer hulp bij nodig. In de accommodatie wordt betrokkene slechts gestabiliseerd met medicatie, maar zij krijgt er geen behandeling. Betrokkene wil nog wel even in de accommodatie blijven, maar zij wil wel wat meer vrijheid krijgen om bijvoorbeeld haar kleding thuis op te halen, te wandelen, een PTSS-behandeling te regelen en om te praten over het al dan niet afbouwen van methadon. Betrokkene gebruikt al 20 jaar methadon en is bang om dit af te bouwen. Zij is het niet eens met de verzochte beperking van het recht op ontvangen van bezoek. De betrokkene brengt naar voren dat die beperking is gevraagd vanwege een kennis van haar, die veel om haar geeft en die zij wil blijven zien.
De advocaat verzoekt namens betrokkene primair om het verzoek af te wijzen omdat er geen sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Betrokkene was gisteravond misschien geïrriteerd, maar er was geen sprake van fysieke agressie. Hoewel sprake is van een aanzienlijk strafblad, dateert het laatste feit uit 2007. Bovendien is er een grote mate van bereidwilligheid bij betrokkene om mee te werken en is er geen sprake van verzet, zodat de hulpverlening ook in het vrijwillige kader kan worden voortgezet. Mocht het verzoek toch worden toegewezen dan voert de advocaat subsidiair verweer ten aanzien van de verplichte zorgvorm beperken van het recht op het ontvangen van bezoek.
De psychiater heeft naar voren gebracht dat betrokkene een wisselend beeld laat zien. De betrokkene is rustig aanwezig op de afdeling, maar zij kan geagiteerd raken en gisteren is de situatie dermate geëscaleerd dat betrokkene een time-out op haar kamer heeft gekregen. Betrokkene is ambivalent over de opname. Daarnaast is betrokkene ambivalent over het afbouwen van methadon. De psychiater deelt mede dat nog tijd nodig is voor diagnostiek en om de behandeling voort te zetten.
Desgevraagd heeft de psychiater aangegeven dat de zorgvormen toedienen van vocht, toedienen van voeding, insluiten, het uitoefenen van toezicht op betrokkene en het beperken in communicatiemiddelen niet noodzakelijk zijn. Ten aanzien van de zorgvormen onderzoek aan kleding of lichaam, onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen en het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen refereert de psychiater zich aan het oordeel van de rechtbank. Weliswaar was betrokkene in het verleden bekend met drugsgebruik, recentelijk heeft zij geen drugs gebruikt. De zorgvorm het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek is wel nodig omdat vanuit het ambulant behandelteam zorgen zijn geuit over een deze vriend van betrokkene die een slechte invloed op haar zou hebben.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Er was sprake van een serieus incident dat aanleiding heeft gegeven voor de opname van betrokkene. Betrokkene wist niet meer dat zij bij de spoedeisende hulp de hand aan zichzelf heeft geslagen door te pogen bij zichzelf de keel dicht te drukken. Bovendien heeft zij ook geprobeerd om een verpleegkundige te wurgen en heeft zij zich suïcidaal geuit.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
De rechtbank is van oordeel dat, anders dan de in de crisismaatregel genoemde opsomming, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek, voor zover het betreft bezoek van de in de politiemutaties genoemde melder, een kennis van betrokkene. Over zijn eventuele bezoek moeten vooraf afspraken worden gemaakt;
- opnemen in een accommodatie.
De rechtbank zal de zorgvormen toedienen van vocht, toedienen van voeding, insluiten, het uitoefenen van toezicht op betrokkene en het beperken in communicatiemiddelen niet toewijzen, aangezien de psychiater ter zitting heeft aangegeven dat deze zorgvormen niet noodzakelijk zijn. Aangezien er geen actuele informatie bekend is over drugsgebruik bij betrokkene, ziet de rechtbank bovendien geen aanleiding om de zorgvormen onderzoek aan kleding of lichaam, onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen en het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen toe te wijzen. Ten aanzien van de zorgvorm het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek overweegt de rechtbank dat zij de kans aanwezig acht dat het ontvangen van bezoek van de kennis van betrokkene, waarover in de politiemutaties als “de melder” wordt gesproken, verstorend kan werken voor haar behandeling en herstel. Het is van belang dat goede afspraken worden gemaakt alvorens dat bezoek wordt toegestaan.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Betrokkene heeft een ambivalente houding ten aanzien van de opname. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De voorgestelde verplichte zorg is bovendien evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van:

[de vrouw]

geboren op [geboortedag] 1966 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek, voor zover het betreft bezoek van de in de politiemutaties genoemde melder, een kennis van betrokkene. Over zijn eventuele bezoek moeten vooraf afspraken worden gemaakt;
- opnemen in een accommodatie;

bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 24 maart 2022;

wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.M. Engbers, rechter, bijgestaan door mr. K.M.M. Bertrand als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 3 maart 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 16 maart 2022.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.