ECLI:NL:RBDHA:2022:2512

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 maart 2022
Publicatiedatum
23 maart 2022
Zaaknummer
AWB 21/6922
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faciliterend visum op grond van artikel 20 VWEU en Chavez-Vilchez; heroverweging in bezwaarfase

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 maart 2022 uitspraak gedaan in een bodemprocedure over de afwijzing van een aanvraag voor een faciliterend visum op grond van artikel 20 van het VWEU. Eiser, een Ghanese man, had verzocht om het visum om zich te voegen bij zijn minderjarige dochter, die de Nederlandse nationaliteit heeft. De aanvraag was eerder afgewezen door de minister van Buitenlandse Zaken, omdat eiser niet voldoende had aangetoond dat hij de biologische vader was en dat er een afhankelijkheidsrelatie bestond tussen hem en zijn dochter. De rechtbank heeft vastgesteld dat in de bezwaarfase een volledige heroverweging plaatsvindt en dat verweerder vrij is om andere afwijzingsgronden te gebruiken dan in het primaire besluit. Eiser voerde aan dat hij de biologische vader was en dat zijn dochter zorg nodig had vanwege de medische toestand van haar moeder. De rechtbank oordeelde echter dat er geen bewijs was van een afhankelijkheidsrelatie en dat de aanvraag niet voldeed aan de voorwaarden van het arrest Chavez-Vilchez. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amsterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 21/6922
[V-Nummer]
uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 1 maart 2022 in de zaak tussen

[eiser] ,

geboren op [geboortedatum 1] 1973, van Ghanese nationaliteit, eiser
(gemachtigde: mr. S.S. Jangali),
en

de minister van Buitenlandse zaken, verweerder

(gemachtigde: mr. R.S. Helmus).

Procesverloop

Bij besluit van 28 juni 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot verlening van een faciliterend visum op grond van artikel 20 van het VWEU [1] afgewezen. Het daartegen gemaakte bezwaar is bij besluit van 5 november 2021 (het bestreden besluit) ongegrond verklaard.
Op 26 november 2021 heeft de rechtbank het beroepschrift van eiser tegen dit besluit ontvangen. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek op de zitting heeft plaatsgevonden op 1 februari 2022. Eiser is vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Verweerder is, met voorafgaande berichtgeving, niet verschenen op zitting. De rechtbank heeft het onderzoek op de zitting gesloten.

Overwegingen

Ten aanzien van het griffierecht
1. Eiser heeft verzocht om vrijstelling van de verplichting tot betaling van het griffierecht vanwege betalingsonmacht. De rechtbank ziet in het geval van eiser aanleiding om het verzoek toe te wijzen.
Ten aanzien van het beroep
Achtergrond
2. Eiser verblijft in Ghana en stelt de vader te zijn van het minderjarige meisje [referente] (referente), geboren op [geboortedatum 2] 2018, met de Nederlandse nationaliteit. Verder stelt eiser getrouwd te zijn met mevrouw [naam 1] en dat referente geboren is uit dit huwelijk. Eiser wenst zich te voegen in Nederland bij referente en verwijst daarbij naar het arrest Chavez-Vilchez. [2] De moeder van referente heeft een hartaandoening waaraan zij geopereerd moet worden. Eiser stelt dat de moeder van referente hierdoor enige tijd geen zorg- en opvoedingstaken zal kunnen verrichten. Daarom is het van belang dat eiser naar Nederland komt om deze zorg- en opvoedingstaken over te nemen. Daarnaast stelt eiser dat hij nog een kind heeft met mevrouw [naam 1] , een jongetje genaamd [naam 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2016.
Standpunt verweerder
3.1
Verweerder heeft de aanvraag in het primaire besluit afgewezen omdat het doel en de omstandigheden van het voorgenomen verblijf onvoldoende aannemelijk zijn gemaakt. Eiser heeft nagelaten documenten ter onderbouwing van de visumaanvraag te overleggen. De relatie tussen eiser en referente is niet aangetoond met verifieerbare bewijsstukken, aldus verweerder.
3.2
Met het bestreden besluit is de afwijzing gehandhaafd. Niet is aangetoond dat eiser de biologische en/of juridische vader van referente is. Ook is niet aangetoond dat eiser met de moeder van referente is getrouwd, omdat het Ghanese huwelijksakte niet is gelegaliseerd en het huwelijk niet is ingeschreven in de BRP [3] in Den Haag. Verder stelt verweerder dat niet is aangetoond of gebleken dat eiser daadwerkelijk zorg- en opvoedingstaken verricht. Ook is niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van een zodanige afhankelijkheidsverhouding tussen eiser en referente op grond waarvan referente gedwongen zou worden het grondgebied van de EU [4] te verlaten als aan eiser een faciliterend visum wordt geweigerd. Gelet hierop kan eiser geen geslaagd beroep doen op het arrest Chavez-Vilchez en is de aanvraag tot verstrekking van een faciliterend visum afgewezen.
Beoordeling door de rechtbank
4.1
Eiser is het niet eens met verweerder en voert het volgende aan. In het primaire besluit heeft verweerder niet getoetst aan de voorwaarden die volgen uit het arrest Chavez-Vilchez. Het bestreden besluit is genomen op grond van andere afwijzingsgronden dan het primaire besluit.
4.2
De rechtbank overweegt dat, nog los van de vraag of in het primaire besluit een juiste toetsing heeft plaatsgevonden, in de bezwaarfase een volledige heroverweging plaatsvindt. Het staat verweerder vrij om in de beslissing op bezwaar een andere of aanvullende afwijzingsgrond te gebruiken dan in het primaire besluit. De beroepsgrond slaagt niet.
5.1
Eiser meent dat het aannemelijk is dat hij de biologische vader van referente is, aangezien referente is geboren tijdens het huwelijk van eiser en haar moeder. Verweerder gaat eraan voorbij dat de aanvraag die ter toetsing ligt, ziet op een inreisvisum en niet om een aanvraag van het verblijfsdocument zelf. Eiser wil naar Nederland komen om als vader de noodzakelijk zorgtaken uit te voeren, aangezien de moeder door medische omstandigheden hiertoe niet langer in staat is. Pas als eiser in Nederland is, kan getoetst worden of hij in aanmerking komt voor een verblijfsdocument op grond van het arrest Chavez-Vilchez. Verweerder had bij deze visumaanvraag moeten beoordelen of de moeder de zorg aan de kinderen kan blijven bieden, en zo nee, in hoeverre de kinderen voor hun zorg afhankelijk worden van eiser en bij het niet afgeven van een inreisvisum aan eiser, de kinderen op enig moment gedwongen zouden worden naar Ghana te vertrekken om zich te voegen bij eiser. Daarnaast merkt eiser op dat verweerder ten onrechte heeft geoordeeld dat eiser geen ouderlijk gezag heeft. Zowel op grond van het Nederlandse als het Ghanese recht hebben ouders het ouderlijk gezag over de uit hun huwelijk geboren kinderen. Dat geldt in ieder geval voor referente.
5.2
De rechtbank stelt vast dat niet in geschil is dat eiser geen zorg- en opvoedingstaken verricht ten aanzien van referente en dat op dit moment geen afhankelijkheidsrelatie bestaat tussen hen. De rechtbank overweegt dat de functie van het faciliterend visum is om de aanvrager in de gelegenheid te stellen zijn verblijfsrecht - dat al bestaat op grond van artikel 20 van het VWEU en het arrest Chavez-Vilchez - in Nederland vast te stellen door middel van afgifte van een verblijfsdocument, zoals bedoeld in artikel 9 van de Vreemdelingenwet 2000. Dat brengt mee dat verweerder bij de beoordeling van de aanvraag voor een faciliterend visum al zoveel mogelijk vaststelt of dit verblijfsrecht bestaat. De rechtbank overweegt dat het voor de beoordeling van deze aanvraag niet uitmaakt dat eiser zodra hij in Nederland is, gelet op de medische omstandigheden van de moeder van de kinderen, primair voor de kinderen zal gaan zorgen. Bij het arrest Chavez-Vilchez gaat het erom dat voorkomen moet worden dat de kinderen de EU moeten verlaten vanwege de afhankelijkheidsrelatie met de derdelander ouder die niet mag blijven. In het geval van eiser is geen sprake van een dergelijke situatie. Hoewel het logisch is dat de moeder door haar operatie, en daaropvolgende revalidatie, hulp nodig heeft bij het verzorgen van de kinderen en dat eiser deze hulp graag wil bieden, is deze aanvraag niet de juiste weg omdat geen sprake is van een situatie zoals bedoeld in het arrest Chavez-Vilchez. De stelling dat alleen eiser voor de kinderen kan zorgen en dat de moeder een jaar lang moet revalideren, is niet onderbouwd. Bovendien is gebleken dat de grootmoeder van de kinderen naar Nederland komt om mevrouw [naam 1] bij te staan.
6. Ten aanzien van de beroepsgrond van eiser dat hij ten onrechte niet is gehoord tijdens het bezwaar, overweegt de rechtbank als volgt. Verweerder mag met toepassing van artikel 7:3, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht van het horen afzien als er op voorhand redelijkerwijs geen twijfel over mogelijk is dat het bezwaar niet kan leiden tot een andersluidend besluit. Uit de inhoud van het primaire besluit en het NVIS [5] -uittreksel volgt dat verweerder concludeerde dat eiser geen zorg- en opvoedingstaken verricht. Uit de in bezwaar overgelegde stukken is ook niet gebleken dat sprake is van een situatie zoals bedoeld in het arrest Chavez-Vilchez. Gelet daarop was er redelijkerwijs geen twijfel over de conclusie in de bezwaarfase. Van schending van de hoorplicht is naar het oordeel van de rechtbank daarom geen sprake.
7. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. Y. Moussaoui, rechter, in aanwezigheid van mr. T van Soldt, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 1 maart 2022.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.

Voetnoten

1.Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
2.Arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 10 mei 2017, ECLI:EU:C:2017:354.
3.Burgerregistratie Personen.
4.Europese Unie.
5.Nieuwe Visum Informatie Systeem.